blijf op de hoogte!

blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

De 10 mooiste plekken van Bretagne

Een bezoek aan een bijzonder stukje Frankrijk. Met de kliffen, een roze zonsondergang en wonderlijke eilanden.

Lees verder

Op verkenning in Bretagne

Bretagne is groot. Wie het wil bereizen moet eigenlijk wel met de auto gaan; je eigen auto of een huurauto. Een paar autoroutes springen er uit merk ik al snel.

Een vissersdorp in de ochtend. ©Corno van den Berg
Het was een tip die een vriend tussen neus en lippen door gaf. “Vraag om navigatie in je huurauto, dat is handig.” Zijn advies heeft grote gevolgen, merk ik al snel. Het scheelt natuurlijk af en toe zoeken, zowel op het platteland als in een stad.


Welkom in Bretagne, een heerlijke regio in Frankrijk. Ook hoef ik de weg niet te vragen, wat hier overigens een hele opgave kan zijn. Veel Bretonnen spreken nog hun eigen taal, het Bretons. En dat lijkt niet eens op het Frans.
Een karakteristiek huis aan een meer in Bretagne. ©Corno van den Berg

Maar het heeft meer gevolgen. Een gps aan boord stimuleert juist om van de gebaande paden af te gaan. Om het achterland op mijn gemak te verkennen, zonder de angst te verdwalen. 

Bewust ga ik soms rechtsaf, daar waar alle routes (Toutes Directions) linksaf gaan. Ik betrap mezelf op een glimlach op mijn gezicht.

In Bretagne kom je dan vooral uit in sfeervolle, kleine dorpjes. Soms met veel te smalle straatjes waar de bewoners je groeten. Of ik sta plots op een onverhard pad zonder enig einddoel, althans zo lijkt het. En op de gps kan ik eenvoudig zien waar ik ben en desnoods de route terug in stellen. Een beetje avontuur, maar dan wel gecontroleerd.

Lac de Guerlédan

Mijn speurtocht moet uiteindelijk voeren naar het hart van Bretagne. Dit is volgens kenners het Lac de Guerlédan, een meer dat tussen heuvels, heide en bossen in ligt. Het meer is ontstaan door de bouw van een stuwdam als elektriciteitscentrale. Tegenwoordig is het vooral een plek waar je ontspanning zoekt. Voor een romantische wandeling langs het water bijvoorbeeld.

Het meer ligt bij het plaatsje Mûr-de-Bretagne. De weg voert langs het water, ik zie wel waar ik uit kom. De omgeving is inderdaad een groene oase. Ideaal voor een wandeling om de benen te strekken. En een Franse picknick. Met een vers croissantje en een stokbroodje met kaas.

Cap Fréhel, Île de Bréhat en Pointe du Raz

Rijden tot het einde van het land en het begin van de zee. Bretagne ligt vol met dit soort uitkijkpunten. Met bekende namen als Cap Fréhel, Île de Bréhat en Pointe du Raz. Ruige kusten waar je eindeloos ver kunt kijken, waar rotsen en stranden elkaar afwisselen. En, waar je je nietig voelt.

Presqu’ile de Crozon

De keuze valt op Presqu’ile de Crozon, de naam nodigt al uit. Het is één van de meest bekende westelijke punten op Bretagne. Op de diverse uitkijkpunten is uitwaaien het devies. Waaronder diverse die geen naam hebben. Wandelend afdalen naar de zee en iets verderop weer omhoog.

Om te eindigen bij Les Tas de Pois bij Pointe de Penhir. Een reeks eilanden die eindigen in zee. Enkele vissersboten zijn in de verte zichtbaar, verder is er niets. Op ontdekkingstocht in de auto is populair. En Bretagne leent zich er uitstekend voor. Gewoon een dagje je neus volgen, de gps brengt je wel weer terug. Het leuke is dat je altijd wel ergens komt dat verrast. 

De heerlijke keuken van Bretagne

De Bretonse vissoep met verse ingrediënten is vermaard bij fijnproevers. En de wereldberoemde crêpes komen niet uit Parijs maar uit Bretagne. Ik ben op een speurtocht naar de keuken (of eigenlijk de ingrediënten).

Twee vrouwen eten een 'galette saucisse' in Rennes. ©Corno van den Berg
Marche des Lices in Rennes. ©Corno van den Berg

Pannenkoek met worst, dat is even wennen. Oh, en mosterd er bij. Het is nog ochtend, maar toch moet ik al aansluiten in de rij.
 
Voor de Fransen is een crêpe veel meer dan een pannenkoek. Het is al eeuwen een delicatesse, ook vandaag de dag nog. Je komt ze dan ook in heel Frankrijk tegen; de crêpes en de bijbehorende restaurants: de crêperies.
 
Maar wie naar Bretagne afreist zal verrast worden door de pannenkoeken. Deze lenen zich bijzonder goed voor allerhande soorten eten. Met verse vis of met vlees. Bretagne is de plek waar de ‘zoete’ crêpe van tarwemeel ontstond.
 
Ze hebben hier ook de ‘hartige’ galette, deze worden van boekweitmeel gemaakt. Volgens de trotse bewoners zijn dit verreweg de lekkerste.

Bij een crêpe hoort een cider, een alcoholische drank van appels.

Marché des Lices in Rennes

Dit is Marché des Lices in Rennes, een van de grootste versmarkten van Frankrijk. Overal is koopwaar; talloze geuren waaien over het pleintje.
 
Af en toe komt er een vleugje worst voorbij. En die rijen voor de kraampjes? Het is een jarenlange traditie hier; eerst boodschappen doen op de markt en dan een ‘galette saucisse’.

Het doel was alles te proeven dat lokaal en beroemd is. Maar dan ontplof je. De vers gestoofde kippenpoten van het ooit bijna uitgestorven Rennes-kippenras laat ik aan mijn neus voorbij gaan, maar het boterkoekje van boter en suiker (Kouign Amann) niet. Al blijft het wel bij een kleintje.

 Corno van den Berg

En bij een crêpe hoort een cider, een alcoholische drank van appels. Een bezoek aan een cidrerie is een must. Zowel de uitleg als de proeverij natuurlijk. 

Cidrerie de la Baie

Kouign Amann in Rennes in Bretagne. ©Corno van den Berg

Met name het ecologische gevecht tegen virussen en insecten intrigeert. Dit is de biologische Cidrerie de la Baie in het gehucht Planguenoual.

Lopend door haar immense boomgaard legt eigenaar Corinne Rouseau uit: ,,Ik wil mijn appels niet bespuiten, dus moet ik met alternatieven komen.” 

Ze schenkt diverse ciders in; van 4 tot maar liefst 42 procent. En een nieuw soort: van peer. De lokale gewoonte is hier cider bij de lunch en bij het diner.

De oesterfarm, zoals hij officieel heet, ligt middenin een afgelegen zoutpan. Iets verderop wordt het zout uit het zeewater geoogst, maar hier gaat het om de oesters. Gwen Mallejac woont hier al haar hele leven. Haar gezicht is getekend door weer en wind, op een mooie manier.

Ze laat het gehele groeiproces van de wonderlijke dieren zien. Ook hoe ze zich vastzetten op een horizontale buis in de zee vlak na hun geboorte. Na zes maanden worden ze geoogst en mogen ze verder groeien in de zoutpannen hier.

De Golf van Morbihan

Dit deel van de Golf van Morbihan in het zuiden van Bretagne is een natuurreservaat. De Fransen beseffen dat het ecosysteem hier erg fragiel is. ,,We hebben hier zo’n 70 kleine oesterfarms, meer kan niet. Dan verliest het zeewater haar zuurstof, en dat hebben de jonge dieren juist nodig om zich te ontwikkelen.”

Ze zet wat stoelen in de zon, opent wat oesters en reikt ze aan. ,,Deze zijn inmiddels tweeënhalf jaar oud, van gemiddeld formaat en vooral vers. Ja, dit zijn de beste oesters ter wereld. Wat anderen ook zeggen.” Ze lacht, breeduit en vooral hardop. En eerlijk is eerlijk; de smaak is zacht, maar ook vol.

En dan te bedenken dat het zomaar een lunch is op een dinsdag. Eentje die later wordt afgesloten met een Bretonse vissoep. Die is zoals het hoort: troebel vol met zeevruchten. Met gekruide croutons en zachte kaas er bij. Het leven is soms zo simpel.

De vogels van Les Sept Îles

Papegaaiduikers, jan-van-genten en veel meer soorten vogels leven hier. Terwijl duikers de onderwaterwereld roemen. De zee is onlosmakelijk verbonden met Bretagne. En die zee moet je ook verkennen.

Eén van de jan-van-genten bij Les Sept Îles in Bretagne. ©Corno van den Berg
De groene zeewier hangt uit zijn bek, druppels zeewater vallen op het dek van de boot. Een jan-van-gent komt wel erg laag overvliegen in zijn ijver een nest te bouwen op het naastgelegen eiland. Dit is Les Sept-Îles, een beschermd natuurgebied en vogelreservaat op 17 kilometer van de kust. Dat je op diverse manieren kunt bekijken.


Het is een keuze: een snelle boottocht van twee uur of een zeilboot voor een dag. Lastig, want zoveel tijd heb ik niet. En in Bretagne is genoeg te zien. Het wordt letterlijk een beetje schipperen; de snelle boot dus. Maar wel in de namiddag als het licht op zijn mooist is.
Les Sept Isles in Bretagne. ©Corno van den Berg

De eilanden zijn vanaf de kust te zien. En ik telde ze, maar kwam niet verder dan vijf. Logisch, want de naam klopt niet. Zo blijkt. De Franse naam ‘Sept Îles’ (Zeven Eilanden) is eigenlijk een verbastering van de Bretonse naam ‘ar Jentilez’. Deze klinkt ongeveer hetzelfde, maar betekent ‘monnikeneilanden’ naar de monniken die hier ooit leefden.

De monniken zijn allang verdwenen, want het leven hier was te zwaar. Voor de vogels niet. Al zorgde een grote olieramp in 1978 voor veel slachtoffers. Een deel van de soorten hebben zich hersteld, vooral de jan-van-genten. Ze zorgen ervoor dat het voornaamste vogeleiland Riouzig (of Rouzic) er al van verre helemaal wit uitziet.

Kajakken in Bretagne. ©Corno van den Berg

Het is een vogelshow in optima forma op dit grootste maritiem natuurgebied van Frankrijk. Overal zijn vogels, in de lucht, op de rotsen en in het water. Sommigen duiken als een raket in het water om een vis te verschalken, het is een bizar gezicht. En het klinkt vreemd als ze het water raken met hoge snelheid.

Tientallen toeristenogen speuren naar de papegaaiduikers, waarvan er hier ook enkele honderden zitten. Het is het broedseizoen en op Les Sept Îles broedt de zuidelijkste kolonie van Europa. 

Maar de clowneske dieren laten zich vandaag niet zien, hoe goed ik ook speur. Wel gewone alken, die er op lijken. Iets verderop drogen zeekoeten en kuifaalscholvers hun veren in de zon.

Iets verderop ligt een groepje zeehonden languit op het strand te rusten. Even richten ze zich op om naar ons te kijken, maar zelfs dat lijkt teveel moeite voor deze slaapkoppen. Het toont aan wat deze eilanden zijn; een broedgebied en een rustgebied.

Het aquarium van Océanopolis in Brest

Als hier zoveel vogels zitten, moeten er ook veel vissen zitten. Het water is helder, de onderwaterwereld lonkt. Jammer genoeg zit duiken er voor mij niet in, maar het Océanopolis laat de rijkdom zien. Dit enorme aquarium in Brest zit vol met vissen die hier rond zwemmen.

Waaronder de jungle van de zee, het kelpwoud, en vreemde ondergrondse moddervlaktes. Tezamen met de rotsen, de dieptes en de zon is er een ongekende rijkdom. Dus wie naar Bretagne gaat, moet ook onder de waterspiegel kijken. Je zult verbaasd staan.

De megalieten van Carnac

Bretagne heeft iets mythisch. Een onbekend volk zette hier op talloze plaatsen vreemde megalieten neer. Die iedereen kent dankzij de verhalen van Asterix en Obelix. Tijd voor een ontdekkingstocht.

De beroemde megalieten van Carnac. ©Corno van den Berg

De gele bremstruik vormt een mooi contrast met de grijze rechtopstaande stenen. Het gras en de blauwe lucht maken het geheel af. En er staan er niet één, maar honderden. Op een rij, van groot naar klein. Dit is het beroemde Carnac in de ochtend, werelderfgoed van UNESCO. Het is muisstil, (nog) geen toeristen, geen verkeer. Zoals het hoort.

Een zucht. Het is al jaren een wens om hier ooit te staan. Zeker nadat ik vorig jaar bij het illustere Stonehenge stond is de geschiedenis van Europa gaan leven. En, net als bij de stenen cirkel in Engeland, komen de stenen van Carnac (en eigenlijk heel Bretagne) uit een tijdperk waar we weinig van weten. Door een volk dat ook nu nog niet eens een naam heeft.

Een rij megalieten bij Plouhinec, in de buurt van Carnac. ©Corno van den Berg

Wie een kaart van Bretagne bekijkt, ziet op talloze plaatsen symbolen. Voor megalieten, maar ook voor dolmens, tumuli en andere bouwwerken waar ik nog nooit van heb gehoord.

Volgens archeologen werd rond 5000 v.Chr. begonnen met de bouw ervan. De vreemde bouwsels worden vaak toegeschreven aan de Kelten, maar die kwamen hier pas rond 500 voor Christus. Al gebruikten ze de steenformaties wel voor diverse rituelen.

Daarmee zijn het de oudste bouwwerken in Europa, dus ouder dan Stonehenge bijvoorbeeld. En, volgens kenners zijn de diverse bouwsels waarschijnlijk wel verbonden met elkaar. Denk aan prehistorische rituelen, die we niet kennen. 

Zeker is wel dat de zon en de maan een belangrijke rol spelen in het geheel. De zon komt dan ook boven de rijen stenen op om in het verlengde weer onder te gaan.

Tegenwoordig is Carnac een stadje en worden de rijen stenen omsloten door huizen en weilanden. Er lopen verharde wegen langs de stenen en het is populair bij toeristen. 

Ik zoek een rustig stuk en vind dat bij Kerlescan. En probeer terug te denken aan hoe het hier moet zijn geweest. Lang geleden, toen de mensen leefden van de jacht en visserij.

Vandaar ook de diverse namen. De staande stenen van bijvoorbeeld Carnac worden in Frankrijk menhirs maar ook megalieten genoemd, terwijl de Engelsen hun steencirkels ‘cromlechs’ en ‘stonehenges’ noemen. De grafheuvels zijn ‘dolmens’ al wordt ook vaak ‘tumuli’ gebruikt. Bij dolmens is de aarde van de heuvel weggehaald.

Forest of Brocéliande

Bij mijn rondreis valt het wel op. Heel Bretagne ligt vol met overblijfselen van onze voorvaderen. Het zijn de tastbare overblijfselen. Maar er zijn ook sages over het verleden. Zo zou in het beroemde Forest of Brocéliande de tovenaar Merlijn begraven liggen, de begeleider van Koning Arthur. Wie hier goed luistert verdrinkt in de sages, legenden en meer.

De megalieten van Bretagne. ©Corno van den Berg

In een winkeltje zie ik enkele strips van Asterix en Obelix. Deze twee karakters houden de geschiedenis van de Kelten en Romeinen nog steeds levend. Iedereen kent de menhir op de rug van Obelix en ook de druïde uit de stripverhalen spreekt erg aan. De volgende stop is in Plemeur Bodou bij het Gallische speeldorp Village Gaulois. Hier kun je zien hoe hun leven ongeveer moet zijn geweest.

Kinderen spelen met een Romeinse strijdwagen. Aan een tafel komen de gedachten voorbij. Het is duidelijk, de Bretonnen zijn trots op hun verleden. In Bretagne struikel je over de megalieten, die zelfs in tuinen staan als decoratie. Of als steunpunt voor open haardhout bijvoorbeeld. Maar de vraag blijft knagen; wie waren nou die mensen die al die stenen rechtop hebben gezet?

Wandelen op de Sentier des Douaniers

De wandelroute Sentier des Douaniers is maar liefst 2.300 km lang. Hij loopt van de baai bij Mont-Saint-Michel tot aan Saint-Nazaire. Dat is iets te lang. Ietsje.

Costaeres Castle bij Ploumanach in het noorden van Bretagne. ©Corno van den Berg

Plannen is altijd een leuk proces bij een reis. Inlezen, wikken en wegen, maar vooral keuzes maken. Al is het in dit geval erg lastig kiezen. Op de kaart van Bretagne loopt langs de kust een rode streep, zo lang is deze wandelroute. Dus mag een lokale bewoner mijn route kiezen.

,,Dat is simpel,” zegt hij na even piekeren. Hij zit op een bankje in de stad Rennes en voldoet aan mijn bekrompen hokjesgedachte van een Fransman. Petje op, een snor en borstelige wenkbrauwen. Hij luistert naar mijn plannen om de Sentier des Douaniers te lopen. Althans enkele delen er van, want anders duurt de tocht zo’n 100 dagen.

Schaduwen bij de roze granietkust van Bretagne. ©Corno van den Berg

De roze rotsen van Perros-Guirec

Indringend kijkt hij me aan. Alsof hij zich afvraagt of ik überhaupt wel kan lopen…. ,,De roze granietkust bij Perros-Guirec is beroemd. Net als de ruige eilanden voor de westkust. En de omgeving van Quiberon. Dan pak je de mooiste stukken. Toen ik jong was heb ik daar veel gewandeld. Het helpt om alles te vergeten, het wisselende landschap absorbeert alles. ” 

Zijn woorden klinken nog lang na. De ‘roze granietkust’ bij Perros-Guirec in het noorden van Bretagne is indrukwekkend. Het graniet heeft deze kleur gekregen door mineralen, die vrij kwamen bij een ondergrondse vulkaanuitbarsting. Een fenomeen dat op niet al te veel plaatsen ter wereld voorkomt.

De roze kleur is vooral in de vroege ochtend en bij zonsondergang te zien. Ideale tijden om andere wandelaars te vermijden en om dit gebied in je eentje te beleven. Het is rustig, wat vroeger wel anders was. Want in de 17e en 18e eeuw ging het hier om leven en dood.

Smokkelaars probeerden de hoge importbelasting in Frankrijk te ontlopen. Wijn, tabak, thee en sterke drank waren erg populair. Napoleon Bonaparte zette maar liefst 35.000 douaniers langs de grenzen. Tegenwoordig zijn hun surveillancepaden één van de populairste wandelroutes van Europa.

De beroemde roze granietkust van Noord-Bretagne. ©Corno van den Berg

Het pad slingert door het landschap. Door de regen zijn veel stenen verweerd. Sommigen lijken op een fles, een paddenstoel, op de hoed van Napoleon of een gezicht. Ondertussen gaat de zon onder, de rotsen worden inderdaad roze door het laatste licht. Golven slaan op de stenen kapot, de schaduwen worden langer. Een moment van rust overvalt me. De smokkelaars en grenswachters zijn verdwenen, maar de magie niet.

Quiberon

Ook de ochtend is zo’n magisch moment. Ditmaal op het schiereiland van Quiberon. De mist is nog overal zichtbaar, zowel boven het strand als de zee. Een jogger komt voorbij, verder laten alleen de vogels zich horen. Schoen gaat voor schoen, het ruige landschap van duinen, kliffen en vlaktes komen allen voorbij. De ouwe man had gelijk, maar dat wist hij al.

Foto-Album

Het voorjaar in Bretagne. ©Corno van den Berg