Wandelend genieten in de Himalaya
Nepal; bekend als het dak van de wereld. Bijna de helft van het land bestaat uit de Himalaya. Dus ja, je moet hier de bergen in. Een mix van sneeuw, uitkijkpunten, bergen en bossen in combinatie met een heerlijk gevoel.

Eerlijk is eerlijk, ik ben geen fan van deze soep, maar deze is een genot voor de zintuigen.
Consequenties van mijn keuze
Er zijn wel consequenties van mijn keuze; ik moet een dag later veel langer lopen. En door de vers gevallen sneeuw… Dat is wel even slikken, maar het geeft ook een goed gevoel. Dit is het hoogste gebergte ter wereld: De majestueuze Himalaya in Nepal. Die moet je ervaren. En voelen; in je volledige lijf.
Ik overnacht in een lodge langs de bergweg. Al is het woord ‘lodge’ wel wat overdreven; het is gewoon bij mensen thuis. Ik zie piepkleine kamertjes met bedden, een open eetruimte, maar geen elektriciteit of douche. Ja, een kraantje met ijskoud bergwater. Gelukkig is het eten wel warm en zeer smaakvol. Binnen is het gelukkig droog. En gezellig. Of ik nog een thee wil? Zeker wel.
Atma Asia Travel biedt bouwstenen waarmee jij je reis kunt samenstellen; zoals jij dat wilt. Zoals de Poon Hill trektocht, maar ook het Everest-gebied, de Langtang, het Annapurna-gebied alsook Upper Mustang, Dolpo, Kangchenjunga en Dhaulagiri. (Ontdek alle tochten in Nepal).
Je slaapt in sfeervolle kleinere hotels, bij de lokale bevolking thuis of op een camping. Je wordt tijdens je reis begeleid door Engelssprekende gidsen. Een andere bestemming? Bekijk onze actieve en culturele reizen naar Bhutan, Ladakh, Tibet, Sikkim, Noord India, Cambodja, Thailand en Kyrgyzstan.
Volg ons op: Facebook


Wandeling naar Poon Hill
Bewust heb ik niet de langste trektocht van Nepal gekozen. Of de zwaarste. Wel één van de meest beroemde; die naar het uitzichtpunt Poon Hill. De naam komt van de lokale Poon-bevolking, die in het laaggebergte leven. Talloze van hen hebben hun deuren geopend voor toeristen. Anderen fungeren als drager voor de toeristen, zodat je met een kleine rugzak relaxed kunt hiken.
De trekking naar Poon Hill. Dat is vier dagen met ruim 85 kilometers in de benen. In totaal 28 uur trekken of eigenlijk meer klimmen en klauteren, soms over glibberig ijs en door verse sneeuw. In één dag maar liefst zo’n 35 kilometer gelopen, omhoog en omlaag. Van ’s ochtends vroeg tot bijna zonsondergang. Ook mijn spieren zeggen dat het mooi is geweest. Overduidelijk.

Mijn gids lacht. Hij heet Pasang Nima, maar noemt zichzelf Pasang Sherpa, 35. De naam Sherpa wordt hier met trots gedragen. Pasang praat voluit over zijn droom; hij wil de Mount Everest beklimmen. Vanaf de Chinese kant. Dit is voor hem slechts een training. Een lichte zelfs als ik zie hoe deze berggeit de bergen neemt. Al geeft hij toe dat hij ‘een beetje moe’ te zijn na de lange dag van 35 kilometer.
De meerdaagse tocht begint met brede zandpaden, waarop ook nog terreinwagens kunnen rijden. Langzaam worden het wandelpaden en dwaal je langs landbouwterrassen en bossen. De dorpjes hebben kleine winkeltjes voor water, snacks, verse thee en ontbijt, lunch en diners. Verder kom je veel koperen klankschalen (singing bowls) tegen. Als je wrijft over dit muziekinstrument uit Nepal komt er uniek geluid uit.

Hoe hoger, hoe mooier
Hogerop struin je door bossen, totdat alleen rododendrons over blijven. Het zijn hier immense struiken met kleurrijke bloemen. Meer en meer komt het massief van de Himalaya in beeld. Uitpuffen boven de 3.000 meter, wat wil je nog meer? De zonsopgang ja, daarom ben ik hier. Het zachte ochtendlicht, het ontwaken van een nieuwe dag op één van de mooiste plekken ter wereld.
De restaurants zijn ideaal om te rusten en even bij te tanken. Op elk menu kom je de Nepalese maaltijd bij uitstek tegen: ‘dal bhat’. Dit is rijst met linzensoep, gebakken groenten in een specerijenmengsel, zoete aardappelen en bloemkool. Soms krijg je ook een pittige kipcurry, bonen of verse pompoen. De rijst en linzensoep worden net zolang aangevuld tot je genoeg hebt. Eerlijk is eerlijk, ik ben geen fan van deze soep, maar deze is een genot voor de zintuigen.

De laatste meters in het donker
Het is nog donker. Ik zet mijn hoofdlamp aan en banjer door de sneeuw. Ruim een half uurtje zie ik niets anders dan mijn eigen voeten. In de verte gloort licht, de bomen verdwijnen. En dan als een donderslag bij heldere hemel openbaart de Himalaya zich. Met de Annapurna (8.091 m) en de Dhaulagiri (8.167 m) als poortwachters.
Langzaam kleurt de zon de pieken knalrood. Langzaam wordt het gehele gebergte verlicht en uiteindelijk ook mijn lichaam voelt de warme stralen. Gids Pasang komt met een kop koffie aan lopen. Het is oploskoffie, maar dat deert niet. Dit is één van de lekkerste kopjes uit mijn leven. In een decor waar je ‘u’ tegen zegt. Waar ik ‘u’ tegen zeg. Uit respect.
De diverse routes

Je hebt diverse mogelijkheden. Je kunt simpelweg heen en weer lopen naar Poon Hill in drie dagen. Populairder is het ‘rondje’. Je kunt met de klok mee lopen, maar ook andersom.
Het vertrekpunt is altijd het stadje Pokhara. Met een Landrover reisde ik naar Nayapul, waar de wandelschoenen aan gingen. Ik wandelde naar Ulleri, Ghorepani (overnachting) en klom om zes uur in de ochtend naar Poon Hill voor de zonsopgang. Daarna door naar Tadapani, Ghangruk en Landruk.
Er zijn alternatieven: bijvoorbeeld via Chhomrong waar de Annapurna Base Camp Trek op je wacht. In de lager gelegen delen zijn op talloze plaatsen bussen en taxi’s te regelen voor vervoer naar Pokhara.