Gran Canaria is toeristisch, met populaire badplaatsen en stranden. Maar dat is maar de helft van het verhaal over dit Canarische eiland. Het is ook ruig en bergachtig. Ik ga beiden ontdekken waarbij ik overnacht in luxe villa’s, finca’s en beachhouses. Want ja, een beetje in stijl moet het wel. Met een duurzaam tintje. Dit zijn de 10 beste tips, al zijn het er eigenlijk 14…
Door Corno van den Berg
Soms krijg je een uitnodiging die ook meteen een uitdaging is. Of ik naar Gran Canaria wil. En ja, ook naar de populaire gebieden. Waarbij ik wel in luxe kan overnachten. En ik ga ook de bergen in, alsook de beroemde duinen verkennen en meer. Het is een heerlijke mix blijkt al snel. Dit is wel een bijzondere stukje Spanje.

In de tuinen zie ik veel hibiscus, alsook paradijsvogelbloemen. En dat alles in een decor van witte huisjes met veel kleuraccenten als rood, geel en groen. Een fijne plek om te dwalen.
Het is half acht in de ochtend. De zon piept net boven de rotsen uit. Ik voel de warmte. De bladeren van de palmbomen wuiven in de wind. Het strand voor me is nog leeg, een paar joggers komen voorbij. Het eerste zonlicht is heerlijk om wakker te worden. Zo heb ik mijn ochtend het liefste.
Casita Travel is verliefd op alle Canarische Eilanden! Maar Gran Canaria spant de kroon. Dit eiland heeft alles om ontdekt te worden. Maak een toer per auto en slenter door de dorpen met witte huisjes omringd door groene valleien. Of plons in het heldere zeewater na een ferme wandeling langs de Roque Nuble. Her en der aan de kust vind je mooie zandstranden met Spaanse restaurantjes die de lekkerste vis zo vanuit zee op je bord serveren.
Bekijk ons aanbod: www.casitatravel.nl

1. De start: Puerto de Mogan
Dit is het kleurrijke stadje Puerto de Mogan in het zuiden van Gran Canaria. Ik loop door de haven van het voormalige vissersdorpje. Dit deel is aangelegd voor toeristen, zoals ook veel van de stranden hier. Een man is zijn boot aan het opknappen, terwijl zijn vriendin toekijkt. Een paar kinderen zwemmen tussen de boten in de haven.
Plotseling komt er een heerlijke geur voorbij. Het visrestaurant aan de haven prikkelt mijn zintuigen. De ober verontschuldigt zich, de verse paella met zeevruchten duurt meer dan 30 minuten.
Ik vermaak me wel hier aan de kade. Het voorgerecht is er wel snel. Het brood is vers gebakken en warm. Ik krijg het met Mojo Rojo, een rode saus van pepers, knoflook en olie, en Mojo Verde, een groene saus van groene pepers, koriander en peterselie.

Ook kan ik zelf een knoflook wrijven op het brood, net als een tomaat. Ik moet stoppen, want er komt nog een hoofdgerecht. En de paella met veel verse vis is het wachten waard. Al zit er veel te veel in de pan. Of is de pan simpelweg te groot? Hmm volgens mij heb ik teveel brood gegeten. Gelukkig heb ik de rest van de avond nog.
2. Helpen om stranden schoon te maken
Maar ik ben hier ook om een andere reden. Ook hier zijn mensen meer en meer met duurzaamheid bezig. Waaronder schone stranden. Ik laat me graag verrassen. ,,Wat zie je?,” zegt Julie Dass als ik over het strand loop. Het is avond en het strand wordt elke dag weer netjes gemaakt als de laatste badgasten weg zijn.
Althans, zo lijkt het. Julie pakt een stukje plastic. En nog een. En een rietje die bijna helemaal onder het zand ligt. ,,Het grote afval wordt opgeruimd, en daarna wordt het aangeharkt. Maar dat is voor het oog. En is niet genoeg.” Ik zie het, ze heeft gelijk.

Al jaren maken ze de stranden van Gran Canaria schoon. Met hun organisatie Oceans4Life proberen ze bewustwording te creëren. En om de handen uit de mouwen te steken. Met de hulp van schoolkinderen, maar ook met toeristen.
,,We hebben geregeld grote opruimacties. En dan zie je de lokale bevolking en kinderen, maar ook toeristen meehelpen. Want ja, het is voor ons aller toekomst, toch?” Ik merk aan mezelf dat ik steeds vaker afval opruim waar ik ook ben.
Het is wat verwarrend. Gran Canaria heeft zowel zwarte als witte stranden. De zwarte stranden zijn gemaakt van lavazand en zijn natuurlijk. De witte (of eigenlijk goudgele) stranden zijn bijna allemaal aangelegd. Behalve bij Maspalomas waar de duinen voor natuurlijke stranden zorgen.
Let wel op. Diverse ‘stranden’ hebben geen zand, maar kiezels. Of soms zelfs rotsen. Zoals het bekende Playa de Guayedra in het noorden. Het is vooral de ligging van dit soort stranden die voor hun bekendheid zorgen. Als je naar dit soort stranden gaat neem dan een luchtbed of iets dergelijks mee, zodat je comfortabel kunt liggen.
3. Het toeristische zuiden
Het zuiden van Gran Canaria is het meest populair bij de strandgangers. Ik ga kijken hoe de stranden er bij liggen, alsook of ik er rust kan vinden. Wat opvallend goed lukt…
Maspalomas Beach is eigenlijk wel wat dit deel van het eiland karakteriseert. Een breed strand met talloze strandbedden en dan ineens de beroemde zandduinen die eindeloos lijken door te gaan. Waar het lijkt alsof je er kunt verdwalen. Een natuurgebied van internationale allure. Het is een mooi contrast.

Mijn privévilla ligt direct aan het strand. Hij is modern ingericht en lekker luchtig, zodat ik de frisse wind goed voel. De villa is groot, er kunnen maar liefst acht personen slapen in de verschillende kamers. En hij is van alle gemakken voorzien. Ik kan me hier wel vermaken.

Voor mijn deur maakt een kunstenaar sculpturen van zand. Ik hoor de golven. Als ik honderd meter loop sta ik met mijn voeten in de heerlijk verkoelende zee. Of zijn het er negentig? Al kan ik ook plonsen in mijn eigen zwembad. Die ligt aan mijn terras…
4. De duinen van Maspalomas

Aan het einde van de dag doe ik de wandelschoenen aan en ga op pad. De start is bij de beroemde vuurtoren; met 65 meter de hoogste vuurtoren van de Canarische Eilanden.
Ik wandel langs een wonderlijke lagune. Hier mengt het zeewater zich met zoet water van het eiland. Twee spierwitte vogels zoeken hier een maaltje. Het zijn lepelaars, die met hun grote snavel door het water gaan.

Maar het zijn de duinen erachter die me het meest trekken. Ze eindigen in zee. De wind heeft ze veroorzaakt en zorgt nu voor mooie rimpelingen in de duinen.
Al zijn het soms wel hele grote rimpelingen; ik moet soms wel vijftien meter hoog klimmen in het mulle zand. Het is het einde van de dag. De zon gaat onder, de duinen kleuren nog geler. En dan rood. Dit moet een perfecte dag zijn.
5. Golfen op Gran Canaria
Van diverse vrienden had ik gehoord over golfen op Gran Canaria. Waarbij je aan de golfbaan kunt overnachten. Dat wil ik wel uitproberen.

De villa bij het Salobre Golf Resort is lekker ruim. Het heeft een verwarmd zwembad en jacuzzi. Ik kijk uit over de golfbaan, die gedrapeerd ligt in de heuvels. Daar ga ik morgen eens een balletje slaan. Of twee…
Het is vroeg in de ochtend. Her en der wordt de baan nog geprepareerd. Het is lekker koel, de eerste zonnestralen voelen heerlijk op mijn gezicht. Ik maak even mijn spieren los, zodat mijn slag losser is. Of, althans dat denk ik.

Mijn gids rijdt met zijn golfkarretje door de heuvels. We gaan afslaan bij een verhoogde hole, oftewel eentje op een heuvel. Waarbij de bal lekker lang onderweg kan zijn.
Ik stop de pin in het vers gemaaide gras. Het balletje gaat er op. Nu mijn swing nog even uitproberen. Het is even wennen. Ik ben wat roestig merk ik. Maar met elke slag wordt het beter. Denk ik.
6. Moors dorpje: Agüimes
Een man is een muur aan het verven in Agüimes. De huizen zijn erg kleurrijk en ik dwaal wat door het stadje. Agüimes is een van de leuke dorpjes achter het drukke toeristendeel in Gran Canaria. Met heerlijke kunstwerken in de straten.

Rond de lunch bestel ik wat tapas, zoals ‘papas arugadas’, oftewel kleine aardappels die met schil en al in zeewater worden gekookt. Ook proef ik een van de vele soorten ‘potajes’, oftewel een maaltijdsoep met aardappelen, spek en meer. En natuurlijk wat brood met verse aioli.
De buik is vol, ik ga er op uit. Het stadje is duidelijk anders dan de rest van het eiland. De reden is simpel: Hier is de Moorse bouwstijl nadrukkelijk aanwezig, meer dan waar ook op Gran Canaria. Het is verweven met de typische Canarische bouwstijl.
7. De hoogste berg: Pico de las Nieves
Het ruige hart van Gran Canaria staat al jaren op mijn verlanglijst. De foto’s op Google van de steile bergen zijn dramatisch mooi. Met name het gebied rond Pico de Las Nieves.

Het hart van Gran Canaria wil ik zien en beleven. Ik ga diverse plekken bezoeken met een huurauto. De afstanden zijn beperkt, dus ik kan veel doen op een dag.
Overal verandert het uitzicht. Zeker met zonlicht die voor extra schaduwen zorgt. Plotseling duiken naaldbossen op, waar het lekker koel is. Een familie is aan het barbecuen, de kinderen spelen met een voetbal. De naaldbomen verdwijnen ook weer snel als ik de boomgrens bereik.
De weg slingert door het landschap, met toch wel forse afgronden naast me.
De route naar Tejeda is ruig en imposant. Her en der kan ik de diepte in kijken. Overal zie ik steile rotsen. Goh, dat dit ook de Canarische Eilanden zijn. Sterker nog, zo ruig zie je Europa maar op een paar plekken.

Een oude man loopt met een stok langzaam de berg op. Dit is zijn achtertuin, wat wil een mens nog meer. Ik maak een praatje. Hij loopt hier nog elke dag en het verveelt nooit. Dat begrijp ik wel. Ik vraag of ik een foto mag maken. Hij lacht en strijkt zijn gezicht strak. Een trotse glimlach siert zijn mondhoeken. Alleen deze man al is een plaatje, maar met de ruige omgeving helemaal.
8. De mooiste rots: Rogue Nublo
Hij wijst op een steile rots in de verte: de beroemde Rogue Nublo. Deze 67 meter hoge monoliet torent boven het landschap uit. Hij is in totaal 1.813 meter hoog als je de berg eronder meetelt. De man knikt en vervolgt zijn pad. Alsof hij voelt wat ik wil.

Daar wil ik staan. Het pad er naar toe is ongeveer een uurtje lang. Maar wel omhoog. Als ik boven kom is het uitzicht magistraal. Twee mensen zijn een grote rots opgeklommen voor een beter uitzicht. Hun silhouet past perfect in het zachte licht van de zon die langzaam onder gaat.

Het hart van Gran Canaria is perfect om op eigen houtje te ontdekken. Dit kan te voet, maar ook met de auto. Waarbij je af en toe wordt verrast. Een meer in de bergen. Ook al is het een stuwmeer, maar toch. Mooi is Presa de las Ninas zeker.
9. Strand van Tufia
Zoals vaker vraag ik via Facebook om tips. Een daarvan is een minder bekend strand. Tufia ligt in het oosten van het eiland. Het strand is klein, maar wel echt. Van zwart lavazand. En zeer mooi gelegen tussen de witte huisjes.

En veel lokale mensen die hier van de zon genieten in het zwarte lavazand. Net aan de andere kant van de baai op 100 meter: Playa Aguadulce. Hier is nog rust te vinden.
10. Het stadje Teror
Op mijn route naar het noorden stop ik ook in Teror. In dit stadje is nog de oorspronkelijke architectuur van het eiland te zien. Ik sta in de schaduw van een eeuwenoude en vooral majestueuze laurierboom. De basiliek voor me is imposant. Ik voel me nietig. De vele balkonnetjes aan de huizen zijn weelderig.

Tijd voor een koffie, op het pleintje zie ik enkele terrasjes. Ik neem een typisch Spaanse koffie, een ‘cortado leche y leche’. Oftewel een espresso met twee lagen melk. Eentje is gecondenseerd (op de bodem) en de andere is verse melk. Netjes opgeschuimd. Wat een traktatie voor de zintuigen.

Ik loop langs een klein kerkje. Een man geeft de planten in de speciale bloemperken water. Twee vrouwen maken een praatje, terwijl een derde een kruis voor de basiliek slaat.
Een oudere man laat zijn hond uit, al is het eigenlijk andersom. De hond bepaalt de snelheid, waar hij snuffelt, enzovoort. Ik zie het met een glimlach aan. De alledaagse dingen zijn vaakst het leukst.
11. Het strand van Playa de las Canteras
Het beroemde stadsstrand van Playa de las Canteras is langgerekt. Het is maar liefst twee kilometer lang. Een groepje kinderen is aan het volleyballen in het gele zand. Anderen proberen een kleurtje op te doen.

Ik voel het zand tussen mijn tenen. Een groepje mannen is in een gesprek verwikkeld, zoals vaker bij Spanjaarden met veel armgebaren, emotie en luid gelach. Heerlijk.
12. De oude stad Las Palmas
Las Palmas is de drukke hoofdstad. Ik dwaal door de oude binnenstad, die vaak over het hoofd wordt gezien. Hier staat onder meer het huis van Christoffel Columbus, althans een van zijn huizen waar hij gewoond zou hebben. En een museum over hem.

Ik ben de afgelopen jaren op diverse plekken geweest waar hij zou hebben gewoond. En heb talloze verhalen gehoord. Dat hij nog tijd had om de wereld te ontdekken lijkt bijna onmogelijk.
In het museum leer ik van alles over zijn reizen. Het moet een machtige tijd zijn geweest dat je niet wist wat de horizon bracht. Met alle gevaren van dien, maar ook alle ontdekkingen.

In de Mercado de Vegueta krijg ik diverse soorten vers fruit onder mijn neus om te proeven. Waaronder vijf soorten bananen. En ja, die smaken allemaal anders.
Net als de diverse soorten mango’s. Goh, ik wist niet eens dat er zoveel soorten waren. Ook probeer ik kaas en honing als ik ineens muziek hoor. De lokale muziekgroep completeert mijn onverwachte lunch.
13. Dedo de Dios en Agaete
Ik reis door naar het westen van het eiland. Het stadje Agaete ligt als een speldenknop in de steile bergen langs de kust. Hier is duidelijk de vulkaanachtergrond van het eiland te zien. Ik ben op zoek naar Dedo de Dios. Terwijl ik genoeg andere strandjes in de omgeving zie.

De rots is vanaf het strand te zien, maar het voormalige symbool van Gran Canaria is niet meer. In 2005 brak het bovenste deel af; de ‘vinger van Gods’ overleefde een storm niet. En nu kijk ik er zo maar over heen…
14. Redondo de Guayedra
Redondo de Guayedra is een oase. Het klinkt oubollig, maar de omschrijving past perfect. De steile rotsen hier zijn droog, alleen struiken lijken hier te kunnen groeien. Maar in deze ecolodge groeien palmbomen en talloze fruitbomen in de droge vallei.

Dit was ooit een van de laatste plekken waar de aborigines, de oorspronkelijke bewoners, leefden. Voor hen was het een heilige plaats. Het is nu vooral ook een plek van diverse ecoprojecten. De hele vallei is door de eigenaar Normando Moreno in kaart gebracht. Het water wordt boven op de berg opgevangen en verzameld.
Zijn manager Fernando ontvangt me. ,,We planten veel lokale bomen aan, Met name de fenix canariensis, de palmboom die alleen op de Canarische Eilanden voor komt. Hij verdwijnt meer en meer voor exotische palmbomen, die makkelijker groeien. We verzamelen zaden en planten ze op natte plekken waar ze kunnen groeien,” legt Fernando uit.
Ze doen hier nog een project. ,,Luister maar in de avond,” lacht Fernando. Ik zit buiten en verbaas me over de ongekend heldere sterrenhemel. Geen lichtvervuiling, niets. Plots hoor ik een wonderlijk geluid. Een hoge piep, en nog een.
Het blijken Kuhls pijlstormvogels te zijn, een zeevogel die hier ’s nachts op de grond slaapt. Het project dat hier is opgezet is het vangen van verwilderde katten, want ze vallen deze unieke vogel aan. Waardoor hij langzaam dreigt te verdwijnen.

Bij 90% van onze vakantiehuizen bepaal je zelf wanneer je aankomt of vertrekt. Dit kan je veel voordeel opleveren omdat vluchtprijzen op doordeweekse dagen een stuk lager liggen dan in het weekend. En wil je hoppen tussen de Canarische Eilanden of meerdere plekken combineren? Ook dat kan bij Casita Travel.
Kijk op www.casitatravel.nl
Of stuur een e-mail naar: info@casitatravel.nl of bel ons op 055 3562339

De kamers zijn ruim en liggen heerlijk in het groen. Ook hier hebben ze villa’s met eigen zwembaden, maar ook ‘normale’ kamers met douche en een keuken. Mijne ligt op 15 meter afstand van het zwembad. En de ontbijttafel die midden in de natuur is geplaatst.
Wakker worden hier is magisch. Verse koffie en alleen maar bergen aan de horizon. Terwijl ik op de achtergrond de golven hoor beuken op de rotsen. Het strand is een paar honderd meter weg. Dat kan ik te voet doen, maar ook met een elektrische buggy. Hmm, lastige keuze.

Het zand is lavazwart en ligt netjes gedrapeerd tussen de rotsen. Keer op keer vallen de witte schuimkoppen van golven als een gordijn over de zwarte lava. En weer terug. Een fascinerend tafereel. Er is verder niemand.
Deze lodge is het bewijs dat toerisme en natuurbescherming hand in hand kunnen gaan. Dit deel van Gran Canaria is heel anders dan het zuiden van het eiland. Hier wint de natuur, en gelukkig worden er meer en meer delen hier beschermd.
Het is inderdaad een oase. Ook van rust. Het is een mooie afsluiter van mijn rondreis over Gran Canaria. Ik vraag om de menukaart. Ditmaal wordt het verse vis; zoute zeebaars met zoete aardappelen.
Foto-Album rondreis Gran Canaria
Tijdens mijn rondreis over het eiland heb ik veel foto’s gemaakt. Hierbij nog een selectie van de steden, mijn accommodaties en de heerlijke natuur van het eiland.











