blijf op de hoogte!

blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Het beste van Japan en Zuid-Korea

Een cruise in Japan en Zuid-Korea. Ik wist niet eens dat het bestond. Al is het logisch dat je ook in dit werelddeel kunt cruisen. Dat moet ik proberen...

Lees verder

Japanse Alpen

De Japanse Alpen, het klinkt als een contradictie. Het is een wonderlijk gebied, met elk seizoen iets bijzonders.

De wandelschoenen gaan aan, de lunch van Japanse hapjes zit in de tas. Ik kijk om me heen. Voor me rijzen bergen van meer dan 3.000 meter op. Er zijn diverse bergketens. Met heerlijke, maar totaal onbekende namen; het Hida-gebergte, het Kiso-gebergte en het Akaishi-gebergte.

Een meer in de Japanse Alpen. ©Corno van den Berg

Ik moet het landschap even op me in laten werken. Her en der ontdek ik een meertje, diverse watervallen en zelfs gletsjers. Op sommige plekken ligt nog sneeuw. Maar ook zie ik stoom komen uit heetwaterbronnen. In sommige kun je heerlijk zwemmen, anderen stinken van de giftige zwavel. Het is najaar. De bladeren krijgen langzaam de herfstkleuren. Zo mooi is Japan.

,,Het is net Zwitserland.” Dat gevoel herken ik meteen als ik om me heen kijk. De uitspraak komt van de Engelse dominee Walter Weston, één van de eerste Westerse ontdekkingsreizigers hier. Let wel; het was rond 1890. Hij was een fervent bergbeklimmer.

Een man geniet van de schoonheid van de Japanse Alpen. ©Corno van den Berg

Lekker ruig gebied

Weston was destijds op een missie, of eigenlijk twee: Hij wilde de Japanners overtuigen van het Christelijke geloof en de Europeanen van de schoonheid van Japan. Dus noemde hij dit gebergte in het hart van het land de Japanse Alpen. De Japanners gebruiken zijn benaming nu nog. Met gepaste trots. Ik geef ze geen ongelijk.
 
Het is een heuse ontdekkingstocht. Elke berg heeft een historie en, nog veel belangrijker, diverse legendes. Over moeilijke liefdes, woeste godinnen en nog veel meer. Dit is ook een gebied van aardbevingen, elke dag laat Moeder Aarde zich hier gelden. Hier zijn elke dag aardbevingen, al merk je er meestal niets van.

Een Japanse wandelaar in de Alpen. ©Corno van den Berg

Op de foto

Een alpensneeuwhoen in de Japanse Alpen. ©Corno van den Berg

Talloze Japanse meisjes kruisen mijn pad. Ze maken meer selfies dan meters in dit natuurgebied. Al willen ze ook graag met die lange Nederlander op de foto. Waarbij ze voortdurend V-tekens maken. Als ik vraag waarom halen ze de schouders op. Giechelend vervolgen ze hun pad. Waarschijnlijk dwaal ik nu ook al rond op de Japanse sociale netwerken.

In het gebied leven apen en de Japanse serow (een soort antilope), maar die laten zich niet eenvoudig zien. Dit in tegenstelling tot de Alpensneeuwhoen. 

Een hen loopt met haar jongen rustig voorbij. Sterker nog, het lijkt alsof ze poseert voor de foto. En ja, het is dezelfde soort als in de Alpen…
 
Ik reis verder over de Tateyama Kurobe Alpine Route. Deze weg is vooral beroemd vanwege één ding. De winter is hier ongenadig, hier valt soms wel twintig meter sneeuw.
 
Als de winter op zijn einde loopt, zo rond april, maken grote machines deze weg vrij. Waardoor een unieke situatie ontstaat.
 
De video op YouTube staat in mijn geheugen gegrift. Een bus die wordt gekleineerd door een muur van sneeuw, meer dan tien meter hoog.

Dat was lang geleden mijn kennismaking met de Japanse Alpen. Nu sta ik er zelf, maar in het verkeerde seizoen. Dan moet ik nog maar eens terug komen. Geen probleem.

Sushi, ramen en meer

Sushi is aan een ongekende opmars bezig in Nederland. Maar de overige traditionele keukens van Japan blijven achter. Tijd voor een inhaalslag.

Kansui. Euh, is dit een ui voor een loterij? ,,Nee, kansui is gealkaliseerd water dat ervoor zorgt dat het deeg super elastisch wordt. En dus kun je er ‘draden’ van kunt trekken. Het is de basis.“ De Japanse kok kijkt me indringend aan. Ik was hem even kwijt, maar hij heeft het over ramen, oftewel Japanse noedelsoep. Wat letterlijk nu hot is in grote delen van de wereld.

Een sushi-restaurant met tablets om te bestellen. ©Corno van den Berg

‘Ramen bars’ of ‘noodle soups bars’ openen hun deuren in Londen en New York. En ook meer en meer in Nederland. Deze delicatesse is net zo divers als sushi bijvoorbeeld. De basis bestaat uit tarwebloem, water, eieren en zout. Maar voor de rest zijn het vooral de verse ingrediënten die de soepmaaltijd maken. 

Dit lust ik zowel als ontbijt, lunch en diner. En dat gebeurt me niet vaak. Terwijl ik toch vooral voor de sushi dolgraag naar Japan wilde afreizen. Al valt daar ook letterlijk mijn mond van open. Straalvinnige elft. Een vis waar ik nog nooit van heb gehoord. Maar hij smaakt wel bijzonder goed. En dan een amberjack, familie van makreel. Het streelt de tong, net als de rijst eronder. Sushi zoals het moet zijn. Dit is een traditioneel sushirestaurant in Tokio, zomaar in een winkelcentrum. Je loopt er aan voorbij als je niet oplet. Een gedachte komt in me op; zal ik de Nederlandse sushi nog waarderen? Ik vrees het ergste.

De typische sushi-chef

Een sushichef aan het werk. ©Corno van den Berg

Ik zit oog in oog met de sushi-chef. Oftewel de man met de magische handen, zoals de Japanners zeggen. Op zijn gemak rolt hij de zeewier (nori genoemd) om de rijst met enkele verse groenten heen. Daarna fileert hij minutieus de vis en legt die er met veel gevoel zachtjes op. Een kunstwerk op zich. Het is bijna zonde om op te eten. Bijna.
 
Een jongetje in een speelgoedwinkel. Zo voel ik me. Bordje voor bordje komt voorbij aan de lopende band aan de bar. Bij elk gerecht staat de naam. Ik kan niet lezen wat het is, wel de prijs. Alles ziet er appetijtelijk uit. Nou ja, sommige dingen iets minder, al heb ik geen idee wat het is.

Elk bordje heeft een eigen kleur en prijs en dus reken je na afloop simpelweg je bordjes af. De bedienster komt langs met een machientje, scant in één beweging de bordjes en daar is de rekening al. Dus ook als je snel even wat wilt eten is deze formule ideaal.

En gelukkig ook meer en meer in Nederland te zien. Naast me eten twee jongeren in een mum van tijd de halve bar leeg. Fastfood sushi, ik kan er wel aan wennen, denk ik.

Een lokale vismarkt in Nagasaki. ©Corno van den Berg

Het bijzondere is dat je dus vooraf niet hoeft te kiezen met de menukaart op schoot. Je pakt simpelweg waar je zin hebt. Op dat exacte moment. Hmm, rauwe octopus komt voorbij.

Oh, zalm. Sterker nog, talloze soorten zalm. En tonijn. Van goedkoop tot erg duur, oftewel van lekker tot heel erg lekker. Maar ook totaal onbekende gerechten. Ik twijfel. Maar niet lang, je leeft maar een keer toch?

Zal ik de dodelijke Fugu doen?

In een restaurant zie ik fugu zwemmen. En op het menu staan. Deze kogelvis heeft een extreem gif (tetrodotoxine), alleen speciale koks mogen dit bereiden. Desondanks overlijden nog jaarlijks mensen hieraan. Hmm, dat is nog een brug te ver voor me. En dan is er nog de hotpot, waarbij je op een vuurtje je eigen maaltijd creëert. Of de beroemde dim sum in Chinatown in Yokohama. Chinees eten met een Japans tintje.

Ik weet het, iedereen zegt het. De Japanse keuken moet je zelf proeven. Reizen is beleven en dat kan hier volop. Waarbij je vooral je vooral je mond moet gebruiken bij al dat lekkers. Wat let je?

Genieten in Tokio

Je hoort het vaker. Japan is anders. Levendig en bruisend. Maar het zijn eigenlijk de Japanners die anders zijn. Een heuse ontdekkingstocht.

Vier vrouwen in traditionele kledij. ©Corno van den Berg

Het is zaterdagavond in Tokio. Overal schreeuwen neonletters en bewegende billboards om aandacht. Ik sta op Shibuya, bekend als het drukste kruispunt ter wereld. Met maar liefst vijf brede zebrapaden. Vijf ja. Je kunt van straat naar straat oversteken, maar ook dwars over het hele kruispunt. Het is de eerste keer dat ik zoiets zie. En ik verwacht een enorme chaos als het verkeerslicht op groen gaat.

Het stoplicht staat precies twintig seconden op groen. Tijd genoeg om maar liefst 1200 mensen over te laten steken. Een ongekende mierenhoop. Wel op zijn Japans, dus iedereen wacht netjes tot het groen is. En dan barst het los. Maar niemand botst tegen elkaar op. Een beleefde chaos; wonderlijk.

De bevolking van Tokio

Rare jongens die Japanners. ©Corno van den Berg

Een man stopt en ziet me fotograferen. Hij poseert, trots als hij is op zijn kleurrijke uiterlijk. Ik probeer scherp te stellen, maar wordt afgeleid door zijn schoenen met vleugeltjes. Ook zijn zilveren hoed en de pinguïntas schreeuwen om aandacht. 

Opvallen, dat is wat telt hier. Niet voor iedereen, maar wel opvallend veel jongeren willen bewust uit de toon vallen. Iets later kijkt een jonge vrouw me met lichtgroene contactlenzen en mondkapje tegen de smog aan. Haar felrode haar maakt het af. Ze moet lachen, mij in verwarring achterlatend.

Chinatown in Japan

Het klinkt wat raar: Chinatown in Japan. En niet zomaar één. In Yokohama is de grootste van het land te vinden. Een stad in een stad. Met talloze winkeltjes waar je van alles kunt proeven en ontelbare restaurants.

Kinderen in een optocht in Chinatown in Tokio. ©Corno van den Berg

Met smalle straatjes waar ik een groepje kinderen zie oefenen voor het Chinees Nieuwjaar. Maar ze zijn snel afgeleid, waardoor de menselijke draak nogal eens uit elkaar valt.
 
Na een paar uurtjes shoppen en een stevige lunch wordt het tijd voor een rustmoment. Het is boven de twintig graden. De zon schijnt, dus een terrasje. Althans dat dacht ik. Waar ik ook kijk, niets.
 
Pas buiten Chinatown zie ik een straatje met wat kleinere restaurants en barretjes met tafeltjes om buiten te zitten. Geen comfortabele loungebanken, maar eenvoudige houten banken. De bediende kijkt me moeilijk aan. Vooruit, alleen drinken mag ook. Eerlijk is eerlijk, het Japanse biertje smaakt na zo’n zoektocht veel beter.

Een dag eerder had ik me al verbaasd over de Japanse strandcultuur. Of eigenlijk het totale gebrek er aan. Nergens zie ik Beach Clubs, strandparasols en kinderen die kastelen van zand bouwen. Terwijl Japan toch wel echt mooie stranden heeft. En lekker weer. Maar een mooie huid is hier belangrijker dan een bruine teint. Top, heb ik het strand voor mij alleen. 

Ik zit languit in het zand. Een mooi moment om te evalueren. Vooraf hoorde ik veel over de Japanse cultuur. Ook op internet vond ik veel informatie. En na een paar weken rondreizen kan ik het beamen. Het zijn rare jongens die Japanners. Maar wel intrigerend…

Wonderlijk Zuid-Korea

Zuid-Korea fascineert. Door hun wonderlijke keuken. En door de bizarre megahit van PSY met Gangnam Style werd dit alleen maar versterkt.

Het contrast met Japan is groot. In Japan zijn de steden ongekend schoon, en mensen zijn er hoffelijk. Met name het verkeer is een verademing. Bij de bus staan mensen in een kaarsrechte lijn. In Japan rijdt iedereen opvallend rustig, er is geen agressie te zien. 

Respect is het sleutelwoord. Alle auto’s zijn opvallend schoon. Veel chauffeurs dragen smetloze witte handschoenen. En, op elke autodeur zit een soort bumpertje, zodat je bij het uitstappen niets kunt beschadigen. De auto is je absolute statussymbool, net als je gedrag op straat. Al komt het soms wat koel over.

De vismarkt van Busan in Zuid-Korea. ©Corno van den Berg

Hoe anders is het in Zuid-Korea. In het verkeer heerst het recht van de sterkste. De stad is rumoerig, chaotisch en veel minder schoon. Met her en der de inmiddels bekende Zuid-Koreaanse dansmuziek uit de boxen. Dit is Azië zoals ik het ken. De mensen zijn wel vriendelijk en erg behulpzaam. En opvallend hip in hun kapsels en accessoires bijvoorbeeld.

Hele verse vis

Bak na bak met inktvissen wordt van de boot gehaald. Sommige worden direct op straat gebakken en verkocht, anderen worden gekeurd en verkocht aan handelaren en restaurants. Ik struin over de Jagalchi-markt. Dit is de grootste vismarkt van Zuid-Korea. Met een bijzonder concept om van die vismarkt optimaal te genieten.

Een Zuid-Koreaanse vispizza met extra ingrediënten als slakken, bonen en varkensvlees. ©Corno van den Berg

Nieuwsgierig, maar ook op mijn hoede. Als fervent reiziger kijk ik graag op YouTube. En bekijk video’s van levende inktvissen die worden gegeten door Zuid-Koreanen. Wat gemengde gevoelens bij me oplevert. Ook hebben ze hier hond op het menu. Al zal dat meevallen op de vismarkt, toch? En nee, zeehond zal niet op het menu staan toch? Al twijfel ik.

Dwalen door de markt

Een vrouw laat zien hoe je rauwe inktvis eet in Busan (Zuid-Korea). ©Corno van den Berg

Het betonnen gebouw ligt verscholen in het centrum van de enorme stad. Op de benedenverdieping loop je tussen de watertanks waar duizenden vissen, schelpdieren en allerlei andere dieren uit de zee worden gehouden. Ik zie bekende soorten als makreel en baars, maar ook tientallen die ik niet ken.
 
Alsook de urechis unicinctus, waarvoor geen Nederlandse naam bestaat. Als ik vraag wat het is, leggen enkele meiden lachend uit dat het een worm is. En dat hij door zijn vorm ook wel ‘penisvis’ wordt genoemd. Die de Koreanen het liefst rauw eten.

Het concept van de markt is eenvoudig. Je mag je vis uitzoeken en dan naar boven brengen, waar diverse restaurants het voor je klaar maken. Er zijn geen stoelen, je zit op je hurken aan een lage tafel.

Voor toeristen is er een plaatjesmenu, maar ook dat is nog lastig te begrijpen met zoveel onbekende soorten.

Naast me wordt een maaltijd bereid. Boven een vuurtje wordt een saus verwarmd met daarin vis. Althans dat denk ik. Oh, alles beweegt nog. De man stopt het zo in zijn mond. Intrigerend, maar wel een hapje te ver voor mij.

Het cruisegevoel

Een cruise; in mijn twintig jaar als reisjournalist was het er nog niet van gekomen. Hoog tijd om er in te duiken; letterlijk en figuurlijk.

Diamond Princess in Kagoshima, Japan

Mijn raam in de hut kijkt uit op zee, maar ook op een reddingsboot. Ik moet er wel om lachen. Aan de andere kant ben ik wel nieuwsgierig geworden door de groei van het aantal Nederlanders dat gaat cruisen per jaar. Dus laat ik me overhalen. Maar dan wel voor eentje die niet standaard is; naar Japan en Zuid-Korea.

Corno op een cruise. Enkele vrienden keken dan ook verbaasd op toen ik het zei. Het is inderdaad de eerste keer. De reden: het trok me niet echt. Ik ga liever op avontuur, op eigen houtje het land in. Ik reken de cruise naar Antarctica niet mee, dat was een kleinschalige expeditie. Sowieso associeer ik een cruise toch vooral met mooi weer, niet met sneeuw en ijs. Maar ook daar zit ik naast.

Aan boord; een van de zwembaden. ©Corno van den Berg

Ik verrek bijna mijn nek als ik op de kade kom. Het schip, de Diamond Princess, is immens; 16 verdiepingen hoog en 290 meter lang. Er is plaats voor ruim drieduizend toeristen. En een bemanning van ruim duizend man. Met vier zwembaden, negen whirlpools, een spa en wellnesscentrum, een buitenbioscoop, een casino en acht restaurants. De cijfers doen me duizelen. Zou ik daarom zo vaak verdwalen op het schip?

De route

De reis voert van Yokohama, de oude hoofdstad, onder meer ook naar onbekendere plaatsen als Kanazawa, Maisuru en Sakaiminato. Maar ook met stops in het ooit door een atoombom verwoestte Nagasaki en Busan, de een na grootste stad van Zuid-Korea. Een rondje Azië, waarbij relaxen en actief bezig zijn elkaar ontmoeten.

IJskunstenaars aan boord. ©Corno van den Berg

Je hebt twee soorten dagen; excursiedagen en zeedagen. Op excursiedagen legt het schip aan in een haven en mag je er af. Let op: wel voor een bepaalde tijd. In de avond vaar je vaak al weer uit. Er zijn diverse excursies met bussen georganiseerd (tegen meerprijs) om je tijd optimaal te besteden. Ook staan er taxi’s klaar om je op te pikken.

Bij het vertrek uit elke haven is er een heel optreden. Alsof ons bezoek een hele happening is. Dat is het ook, voor mij althans wel. Imposante mannen die met vlaggen zwaaien, maar ook oendi´s, lieftallige Japanse danseressen. Soms vergezeld met een kinderkoor, maar om me heen schreiden ook geisha’s, Japanse muzen in traditionele kledij. Een feest voor het oog; voor beide ogen eigenlijk.

Een kijkje in de keuken aan boord van de cruiseboot Diamond Princess. ©Corno van den Berg

The Last Samura

Terwijl ik rondloop kom ik The Last Samurai tegen, althans dat beweert hij zelf. Hij wijst met zijn zwaard naar me. De punt zit op tien centimeter van mijn kin. Ik heb meteen aandacht voor Samurai Joe Okada, die ooit nog bij David Letterman in de show was. ,,Ik ben ook gids, want van het Samurai-zijn alleen word je niet rijk,” lacht hij. Enkele toeristen komen voorbij en hij beweegt snel in een gevaarlijk uitziende pose voor de foto. En dan is hij ineens verdwenen.

Het meest opmerkelijke is de zeedag. Ineens realiseer ik het me, ik zit op een varend resort. Uitwaaien, zonnen, lekker zwemmen, fitnessen, relaxen in een whirlpool en vooral ook eten. Overdag kun je een ijsje pakken, hamburger of pizza, maar je kunt ook à la carte lunchen en ’s avonds dineren. Al dat eten is inbegrepen, drank niet, al krijg je koffie, water en sinaasappelsap bijvoorbeeld gratis. Ik kom tijd te kort, vooral om uit te buiken …

Aan boord op het topdek in het laatste avondlicht. ©Corno van den Berg

Als de avond valt loop ik over het topdek. En ga een film kijken. Languit op een strandstoel met een dekentje. Boven me opent de Japanse sterrenhemel zich. Terwijl de reis er bijna op zit, orden ik mijn gedachten. En mijn gevoelens. 

Gemak, dat woord schiet keer op keer door mijn hoofd. Je hoeft je koffer niet keer op keer te pakken, je slaap- en badkamer vaart gewoon met je mee. Terwijl je toch wel erg veel ziet in korte tijd. Al moet je je wel aanpassen, want veel speelruimte heb je niet. Maar niemand aan boord maalt daarom. Het is tenslotte vakantie. En ja, ik snap het wel.

Foto-Album

De zon speelt met de wolken en het landschap. ©Corno van den Berg