blijf op de hoogte!

blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Dwalen door Jordanië

Ik ga naar Jordanië; voor de tweede keer. In eerste instantie voor schatten als Petra en Wadi Rum. Maar nu vooral voor minder bekendere plekken.

Lees verder

De onbekende kant van Jordanië

Jordanië? Niet iedereen heeft er meteen een beeld bij. Petra en Wadi Rum zijn wel bekend, maar Jordanië is veel meer. Een kennismaking met de onbekendere kant van het land.

Zover het oog reikt is er alleen maar zand. En een weg, de beroemde Koningsweg. Die leidt naar Al Azraq, een dorp op zo’n 240 kilometer van Irak. Plotseling beperkt een stofwolk het zicht tot minder dan tien meter. Een onvervalste zandstorm perforeert mijn gezicht. Ik schuil in Al Kharanna, een immens, maar desolaat gebouw in de woestijn.

Eén van de diverse kastelen midden in de woestijn. ©Corno van den Berg

Gids Mohammad klopt het zand uit kleren en oren. Hij ziet mijn vragende blik en begint direct te vertellen over de bizarre woestijnkastelen in Jordanië. ,,Al zijn het eigenlijk geen kastelen, al weten archeologen niet wat het wel zijn. Dit gebouw bijvoorbeeld kan een luxueus woonhuis, een hotel of zelfs een paleis zijn geweest. Het enige dat we weten is uit welke tijd het komt.”

Eén van de diverse kastelen midden in de woestijn. ©Corno van den Berg

De Karavaanroutes

Hij neemt me mee naar het jaar 660. De tijdsperiode dat het rijk van de Arabische Moslims ontluikt. ,,Langs de karavaanroutes, zoals deze, ontstaat intensieve handel. En her en her verschijnen dit soort fraaie gebouwen, waarom precies is onduidelijk.” Hij haalt zijn schouders op om zijn woorden kracht bij te zetten.
 
Sommige bouwsels hebben zelfs uitbundige fresco’s (schilderwerken op vochtige muren) en een compleet verwarmingssysteem. Bij anderen zie ik gekleurd mozaïek op de vloeren zoals bij Al Amra. Imposante gebouwen op nog geen honderd kilometer van elkaar. ,,Maar omdat er niets over geschreven is of van vader op zoon werd doorverteld …..” Bijna direct neemt de wind Mohammad’s woorden over.

Een rondreis door Jordanië is uitdagend, verrassend en vooral divers. Reizen een tegenwoordig een stuk makkelijker. De weerbarstige kameel heeft plaatsgemaakt voor de heilige koe en het zand voor asfalt. Al zijn sommige dingen nog hetzelfde. Zoals de typische bedoeïenenmaaltijd, een absolute ervaring.

Schaap of geit

Het is vooral een sociale bijeenkomst. Een enorme schaal met eten, ‘mansaf’ genaamd, vult bijna de gehele zaal. Het wordt met meerdere personen staand en met de hand gegeten. Je draait een nat balletje van rijst, yoghurt, amandelnoten en vlees dat voorhanden is. ,,Het kan schaap of geit zijn,” lacht gids Mohammad. ,,Kijk maar bovenop de schaal.”
Enkele muntblaadjes naast de complete kop van een geit maken het tafereeltje af. Het glas verse limoensap pept de smaakpapillen extra op. Er wordt rekening gehouden met toeristen. Dus komen er, na het handen wassen en de mond spoelen, diverse stukjes vlees met vers brood en een frisse salade. Maar ik probeer de mansaf wel. 

Al Azraq is een stukje Afrika in het Midden-Oosten. Zo noemen de bewoners het zelf. In deze oase liepen in het verleden o.a. olifanten, leeuwen, nijlpaarden en neushoorns rond. Ook al was dat voor sommige soorten wel een heel grijs verleden. De oase zal ophouden te bestaan, het droogt op vanwege de grote vraag naar water vanuit de steden.

Een groepje Arabische oryxen. ©Corno van den Berg

Op Safari

Het nabijgelegen Shamwari Nature Reserve is de thuisbasis van Arabische oryx, een dier dat in het wild in 1972 uitstierf. Vanuit diverse dierentuinen op de wereld werden de acht laatste oryxen hier naar toe gebracht om te fokken. Inmiddels lopen er weer 200 rond, een deel daarvan is op diverse plaatsen geherintroduceerd in het wild.

Ook lopen er struisvogels en onagers (een soort wilde ezel) rond. De safari hier is wel heel bijzonder. Niet met een jeep, maar met een tractor ga je op pad. De score valt niet tegen, ook al laat de oryx zich gemakkelijk zien. Een machtig dier. Maar vooral de verse pootafdrukken van grijze wolven had ik niet verwacht.

Een wandeling in Dana Nature Reserve in het hart van Jordanië is niet voor angsthazen. Urenlang loop ik langs een afgrond op een pad vol losse stenen. Het laat weinig ruimte over om het landschap te bewonderen. We zoeken Nubische berggeiten, rotsdassen en misschien zelfs een gestreepte hyena. De begint gids na een uur te zingen, een lokale gewoonte. Het werkt heel aanstekelijk, al heb ik geen idee wat ik zing.

Lekker spelen met water

De Dode Zee is ‘s werelds grootste natuurlijke kuuroord. En dat je blijft drijven is heel bijzonder. Maar je kunt hier veel meer doen. Zoals een verbazingwekkende canyoningtocht.

Een afdaling in de kloof bij de Dode Zee. ©Corno van den Berg

Op het programma staat toch echt: klimmen over stenen en rotsen, glijdend de volgende stroomversnelling in, wandelen dan weer waden door de rivier en af en toe zwemmen. Maar dit is een woestijn.
 
Gids Raffi is stoer; met sik, kleurrijke hoofddoek en een snelle zonnebril. Deze wandelende spierbundel brengt me bij een immense hoge kloof, de zon heeft moeite alle plekken te verlichten. Op diverse plaatsen staan papyrusplanten, die werden gebruikt voor één van eerste vormen van papier.

Dit is Mujib Canyon, een equivalent voor ‘uitdaging’. De mens in gevecht met het water. Hier ontspringen diverse bronnen in de bergen. Het ‘canyoning’ hier is alleen voor mensen met een goede conditie.
 
Na een stevige klim zie ik eindelijk de rivier. Het water is opmerkelijk lauw en op sommige plaatsen zelfs warm. Al snel voeg ik er door de brandende zon nog wat zweet aan toe.

Canyoning…

Je voortbewegen hier is makkelijker gezegd dan gedaan. De stenen in het water zijn veelvuldig, rond en spekglad. Het water is helder, waardoor je de ‘veilige’ zanderige plekken kan zien. Behalve bij stroomversnellingen. Dan is het opletten hoe de gids het pad kiest en dit slim nadoen. Totdat hij er bij een immense rots simpelweg onder door zwemt. Dat is even slikken. En mijn adem inhouden.

Het is hier maar liefst 417 meter onder NAP.

Vertrouwen wint het van het geruis van het water en de stroming en dus duik ik. Uitrusten gebeurt in het water. Visjes knabbelen zachtjes aan je huid, een gek gevoel. Het fijne zand schuurt de dode huidcellen weg en onderweg het stromende water zorgen voor heerlijke massagestralen.

Maar het absolute hoogtepunt is het abseilen naast een 26 meter hoge waterval. Achteroverhangend zet ik me af tegen de rotswand, het touw laat ik langzaam vieren. Voetje voor voetje schieten de rotsen voorbij. De landing is in het water, met een plons. De tocht eindigt abrupt als de rivier de Dode Zee bereikt. Wat een buitengewone en vooral verrassende manier om de Dode Zee te beleven.

Dobberen in de Dode Zee. ©Jordan Tourism Board

De unieke Dode Zee

Tot nu toe kende ik alleen de foto’s van mensen die drijvend een krant lezen. Want de Dode Zee is zo zout dat je blijft drijven. Het is een unieke gewaarwording, dat in eerste instantie gek aan voelt. Maar al snel laat je je ‘dragen’ door het water. En het mineraalrijke water is erg goed voor de huid en spieren.
 
Langzaam vallen ook de gedachten stil, al komen bij mij juist de ervaringen van de afgelopen dag voorbij. Dobberen als een eendje op het water. En kijk ik letterlijk heel anders tegen de woestijn aan.

Maar de verwennerij is nog niet voorbij. Hoog tijd voor een behandeling door gekwalificeerde handen. Wellness is de afgelopen jaren over de gehele wereld populair geworden.

Jordanië kent al een lange geschiedenis onder meer door de heilzame werking van de Dode Zee. Het is lastig kiezen uit de lichaamsscrub met Dode Zee-zout en een massage met Dode Zee-olie. Of het Turkse stoombad. Dan maar allemaal. Ik kijk om me heen. En dat op de laagste plek ter aarde: het is hier maar liefst 417 meter onder NAP.

De massagedame komt naar me toe. Zachtjes zegt ze: ,,Ook je longen zijn blij met deze plek. Door de extreme hoge luchtdruk en de afwezigheid van allerlei pollen adem je nergens ter wereld schonere en zuurstofrijkere lucht in. En maak je geen zorgen over de zon hier. Het verdampende zeewater werkt heel handig als een natuurlijk UV-filter waardoor verbranden bijna onmogelijk is.” Goh.

Wonderlijk Wadi Rum

Een woestijn met bergen en rotsen. Een bizarre contradictie. Wadi Rum dompelt je onder in een landschap dat kleineert, maar vooral inspireert. Je moet het zien om te geloven.

De ruigheid van Wadi Rum. ©Corno van den Berg

Superlatieven, het regent ervan in het groepje toeristen in de avond in het bedoeïenenkamp. Het is altijd leuk om even mee te luisteren. ‘Het is net een maanlandschap’ komt voorbij. En: ‘Dit is het mooiste ter wereld’. Of: ‘ Iemand anders, iets nuchterder: ‘wat een grote zandbak’. ‘Ik krijg ineens de drang om dit te schilderen,’ roept iemand ineens. Het is even stil in het groepje. Wadi Rum maakt de tongen los, dat is zeker.

In de ochtend wrijf ik het zand uit mijn ogen. Klaas Vaak woont hier, zo lijkt het wel. Maar heerlijk geslapen in de buitenlucht, ja dat wel. Verkwikkend. Een verse kop Arabische koffie doet de rest, de geur maakte me wakker. Veel meer heeft een mens in de vroege ochtend niet nodig.
 
Al wil de gids graag weten wat het programma voor de dag wordt. Euhm, hij moet nog maar even wachten.

Een bedoeïenenkamp in Wadi Rum. ©Jordan Tourism Board

Kameel, te voet of met een jeep?

Hoe wil ik reizen? Het vervoer hier is divers: op een kameel, te voet of in een jeep. Ik heb tijd voor alle drie. Dus gaan de schoenen aan en de zonnebril op. Dit moet op spierkracht. Het doel is de voet van Jabal Rum. Met 1.734 meter de hoogste berg van Wadi Rum. En één van de iconen, net als de ‘Seven Pillars of Wisdom’, een vreemd uitziende rotspartij.

Het is best warm en het zand vermoeiend. Dus wordt in de middag de kameel ingeschakeld. Het schip van de woestijn; het dier doet zijn naam eer aan. Wiegend en kreunend als een oude veerboot verkennen we de zee van zand. Met een stop in Khaz’ali Canyon, waar veel rotstekeningen zijn te vinden. Ze dateren uit de tijd tussen 400 voor Chr. en 400 na Chr. Naast een soort letters vallen vooral de talloze afbeeldingen van mensen en antilopen op. 

Na de ene kamelenkracht is het de beurt aan diverse paardenkrachten. De jeep is weliswaar sneller, maar het oude Engelse voertuig heeft het ook zwaarder in het mulle zand. Ineens is duidelijk waarom die lange hoofddoek erg nuttig kan zijn. Het zand vliegt me om de oren, dus sla ik hem om mijn hoofd. Dit doet de auto toch? Maar nee.

Een loeiende wind steekt ongekend snel op en gaat net zo snel weer liggen. De rotsen fluisteren voor even. Sterker nog, het wordt plots muisstil. De wolken trekken weg, net als mijn ergernis. De zon breekt door. Dat past bij de diversiteit van dit zuidelijk deel van Jordanië. Je moet continu opletten, want anders mis je wat. 

Heerlijke zonsondergang

De zonsondergang kleurt de rotsen rood, geel en alles er tussen in. Ik spring uit de jeep en probeer de kleuren te vangen met mijn camera. Wat nog niet meevalt, want overal is wel wat te zien. Leg ik eindeloze woestijn vast, of juist de rotsen? Of een mix? Keuzes, keuzes. Tot nu toe was ik alleen uit de auto gesprongen omdat we vast zaten in het mulle zand. En dan weet ik wel precies wat ik moet doen.

Eén van de rotstekeningen in Wadi Rum. ©Corno van den Berg

Het is zomaar een dagje Wadi Rum. Het is een must voor wie naar Jordanië gaat. Om bijvoorbeeld in de voetsporen van ‘Lawrence of Arabia’ uit 1962 te treden. De film verhaalt over de Britse militaire strateeg Thomas Edward Lawrence (1888-1935). Hij versloeg de Turken, die meer dan 500 jaar hadden geheerst over een groot deel van het Midden-Oosten. En dat voor iemand die schrijver wilde worden, net als ik ooit.

Zijn talrijke verslagen vertellen het harde leven in de woestijn. Het is nu het thuis voor bedoeïenen, een voormalig nomadenvolk dat tegenwoordig de toerist met open armen ontvangt. Die mag even snuiven aan het ruige leven in deze vreemde rotswoestijn. Want de opties zijn legio, ik kan nog wel een dag vullen. 

Zoals: Vanuit een luchtballon kun je op zoek naar rondcirkelende gieren of steenbokken. De rotsen kun je beklimmen, op handen en voeten. Terwijl een mountainbiketocht hier een echte uitdaging is. Dit alles met muziek en (mannelijke) buikdansers. Het is al gezegd, je moet het zien (en vooral beleven) om te geloven.

De magie van Petra

Petra inspireert. Deze oude stad in de rotsen is mooier dan welke foto ook. Of zoals het schitterde in de film Indiana Jones and the Last Crusade.

Een mooi doorkijkje in Petra. ©Corno van den Berg

Twee lokale kinderen spelen een voor mij een onbegrijpelijk spel. Het pad voert omhoog. Dit is het achterland van Petra, ik heb geen idee waar ik uit kom. Op ontdekkingstocht op één van de meest beroemde plekken ter wereld. Ik voel me een beetje Harrison Ford in Indiana Jones. Een klein beetje dan.
 
Het blijkt de Tempel van El Deir in Petra te zijn. Het lijkt wel een stap terug in de tijd in deze bijna onnatuurlijke omgeving. Hier zijn mens en natuur aan het beeldhouwen geslagen. Met talloze wonderlijke bouwsels als resultaat.
 

Die door een mensenhand of door de wind en regen zijn gevormd. Het is moeilijk voor te stellen dat dit ooit een levendige stad was, zo midden in de woestijn. De gebouwen lijken eerder kunstwerken.

De Schatkamer

De Schatkamer van de Farao is een absoluut meesterwerk. ©Corno van den Berg

Petra is één van de meest mysterieuze plekken ter wereld. Een volstrekt unieke stad in de woestijn. Gemaakt door een relatief onbekend volk uit de Oudheid: de Nabateeërs. Met Petra (en het onbekendere Little Petra) als absoluut visitekaartje. De stad lag strategisch langs één van de belangrijkste handelsroutes uit die tijd, waardoor de Nabateërs elke passerende handelaar om tol konden vragen.

Dit is raar. De bijna kilometerslange Siq is een smal pad tussen de rotsen. En sta ik ineens voor de Schatkamer. Ik ben vroeg, het is muisstil. De schaduwen van de rotsen zijn nog mooi lang, het eerste licht valt langzaam naar binnen.

De wind door de kloof zorgt voor passende geluiden. Als een soort filmmuziek, want dit is dé plek waar de heilige graal wordt gevonden door de notoire schatzoekers Harrison Ford en Sean Connery.
 
Wonderlijk dat het ‘Westen’ de beroemde stad in de 16de eeuw volledig uit het oog verloor. En Petra pas weer in 1812 te ‘herontdekken’. Maar echt bekend werd het door regisseur Steven Spielberg met de kaskraker ‘Indiana Jones and the Last Crusade’ uit 1989. Spielberg reisde liever naar Jordanië af dan de decorstukken zelf te maken.
 
Tegenwoordig staat de Roze Stad op de prestigieuze Werelderfgoedlijst van UNESCO. Terecht werd de stad recent gekozen als één van de Zeven Wereldwonderen, maar had ook in de klassieke lijst niet misstaan. Dus kan het hier druk worden met toeristen.
 
En verkopers, al is dat wel een leuke ervaring. Ze hebben zowel nagemaakte als ‘oude’ vondsten bij zich, die uit kleine tasjes komen. Duizenden jaar oude munten en aardewerk die ‘zelf’ zijn gevonden worden te koop aangeboden.

De Nabateeërs

Een jonge muzikant in Petra. ©Corno van den Berg

Het past bij zo’n plek. Allerlei vragen schieten door mijn hoofd: ,,Wat voor mensen waren de makers? Waarom bouwden ze zulke buitengewone graftombes en tempels 2000 jaar geleden? Was het ook een stad of alleen een begraafplaats?
 
En, waarom 800? En hoe verdween dit bijzondere volk?” De gids (compleet met kameel, hoofddoek en snor) schudt zijn hoofd. Hij weet het ook niet wie zijn voorvaderen waren. 

Hij pakt een sigaret en steekt deze aan. ,,Het is jammer, maar ook wel weer spannend. Toch?” De gids blaast de rook rustig uit, alsof hij nadenkt.
 
Op een berg laat Petra zich in volle glorie zien. Dat is nog eens lunchen met een decor. Her en der zie ik de gebouwen die in de rotsen zijn gehouwen. Een stad die zijn gelijke op aarde niet kent.

De kameel mort wat. Het dier wil verder, de achterliggende woestijn in waarschijnlijk. Het klinkt als een goed idee, maar dan wel later op de middag. Hij zal even moeten wachten.
 
Ik wil eerst even alles absorberen. Petra is inderdaad één van de mooiste parels uit de Jordaanse schatkist. Waar je zintuigen je leiden. Heerlijk.

Zon, zee en strand

De Rode Zee spreekt tot de verbeelding. Zon, zee en strand. En een onderwaterparadijs. Ook Jordanië heeft een deel van de beroemde kuststrook.

De schoonheid van Aqaba. ©Jordan Tourism Board

Het koele water is een weldaad voor het lichaam, maar dat is niet de belangrijkste reden. Hier moet je ook onderwater kijken. Je hoort vaak: ,,Er gaat een wereld voor je open.” Het water is zo helder dat het zicht meer dan vijftig meter is. Het koraal leeft door het vele licht van de zon, ik weet nu waar de term in het zonnetje zetten vandaan komt.
 
Kleurrijke vissen zwemmen voor mijn masker, ietwat nerveus. Alsof ze checken welke snoeshaan het aandurft zich in hun speeltuin te begeven. Of zouden ze gewoon honger hebben? Na enkele minuten verliezen ze hun interesse, maar er komen al snel andere vissen kijken. Ik heb moeite ze te volgen, zoveel zijn het er.

Het strand van Aqaba. ©Jordan Tourism Board

Snorkelen in de Rode Zee

Snorkelen blijft een verademing, hoe vaak ik ook in het water lig. Uitpuffend op het strand schud ik de druppels van mijn zwembroek. Mijn voeten verdrinken in het zachte zand. Dit is het uiterste zuiden van Jordanië. Voor me opent de Golf van Aqaba (ook vaak Akaba genoemd) zich. Deze uitloper van de Rode Zee behoort tot Jordanië’s mooiste natuurschatten. 

Met voor de kust een 7 kilometer lang beschermd koraalrif, het Aqaba Marine Park. In dit in 1997 opgerichte park leven meer dan 230 soorten koraal, zowel harde als zachte koralen. Maar ook diverse bedden met zeegras. En hier vind je veel soorten vissen weet ik inmiddels uit ervaring. Het zijn er meer dan 200, zo blijkt. Zoveel heb ik er nou ook weer niet gezien.

Ook populair bij duikers

Ook veel duikers reizen af naar deze schatkamer. Maar om het rif van Jordanië te beschermen mag dit alleen onder begeleiding van een instructeur. En als toerist kun je een paar keer per jaar meehelpen het koraal schoon te maken bij één van de ‘clean-up dives’. Al kun je natuurlijk altijd troep weer mee naar boven nemen dat je onderwater tegen komt. 

Een drankje met wat duikfanaten levert veel tips op. Een must is volgens hen een duik naar het gezonken schip Cedar Pride. Het stamt uit 1964, maar raakte door brand verwoest. Dus mocht het zinken naar de bodem van de zee. Maar de kroon is de afgezonken M42 Duster, een tank die ooit door het Jordanese leger werd gebruikt. Beiden zijn inmiddels rijkelijk begroeid met diverse soorten koralen. 

Een verkoper van koffie en andere snuisterijen. ©Corno van den Berg

De zeilboot is slechts één van de manieren om van het water te genieten. Wisselend hard werken om de zeilen te hijsen en daarna even uitrusten, een mooie mix. Al biggelt het zweet al snel van mijn voorhoofd. Wie van zeilen houdt op de Rode Zee kan in Aqaba los. Dit geldt ook voor liefhebbers van kiteboarden en windsurfen. Want hier waait bijna altijd een wind die met je wil spelen. Eigenlijk is Aqaba één grote speeltuin.

Foto-Album

Zand, zon en wolken in Wadi Rum. ©Corno van den Berg