Een televisieprogramma over mij als reisjournalist. Goh. Een Spaanse televisieploeg wil vastleggen hoe een reisjournalist hun regio Catalonië beleeft. Ze willen me verrassen, dus weet ik niets van het programma.
Lees verder
Een televisieprogramma over mij als reisjournalist. Goh. Een Spaanse televisieploeg wil vastleggen hoe een reisjournalist hun regio Catalonië beleeft. Ze willen me verrassen, dus weet ik niets van het programma.
De rijke regio Catalonië
Catalonië is de regio van Barcelona, de Costa Brava, steden als Girona en Lleida en de Spaanse Pyreneeën. Ik ga op pad met Catalanen, die me hun meest bijzondere plekken laten zien.
Hier vind je mijn achtergrondverhalen en het complete televisieprogramma met mij zoals het is uitgezonden op de Spaanse televisie.
Al bij aankomst op de luchthaven van Barcelona staan de camera’s aan. Drie maar liefst. Presentatrice Ivana Miño omhelst me en vraagt lachend of ik er klaar voor ben. ,,Hmm, ja. Ik denk het wel,” stamel ik. Al weet ik niet waar ik klaar voor moet zijn. Want deze reis is anders. Meestal heb ik zelf diverse activiteiten en sommige slaapplaatsen gepland, maar nu weet ik niets. Ik moet het simpelweg over me heen laten komen. Wat niet makkelijk is voor deze controlefreak…
Vooraf heb ik wat opdrachten meegekregen. Op Schiphol moet ik mezelf filmen en uitspreken wat ik verwacht. Hmm, dat wordt een kort filmpje. Ik weet het simpelweg niet. In mijn koffer moeten zeven setjes kleding; waaronder vrije tijdkleding, maar ook meerdere setjes voor outdoor. Kijk, dat is in ieder geval een aanwijzing. En eentje die me wel aanstaat.
Eerlijk is eerlijk, spannend is het wel. Zeker voor mij. Ik sta altijd achter de (foto)camera, in plaats van ervoor. Al heb ik recent veel ervaring opgedaan voor televisie-items bij RTV Utrecht, Omroep Gelderland en de Belgische televisie.
Maar nu staat er bijna elk moment een camera op mij gericht. Zodat ze niets missen van mijn reacties. Af en toe moeten scènes over, maar meestal niet. Om het ‘pure te vangen.’ Oftewel de emoties van een nuchtere Hollander. Dat zal niet meevallen, glimlach ik. Oeps, de camera heeft het vastgelegd. Feilloos.
Bij elke scène is er een soort van ritueel. Regisseur Xavi drentelt heen en weer, lichtelijk gestrest of alles goed gaat, presentatrice Ivana plukt duidelijk nerveus aan haar neus (over of ik het goed zal doen of over haarzelf?), mijn productieassistent vraagt voortdurend of ik wat nodig heb, de cameramensen dreutelen wat door elkaar heen en ik denk alleen maar; laat maar komen…
Ik moet omschrijven hoe ik het heb ervaren en wat mijn gevoelens waren.
Ik ga ruim een week met de gehele ploeg op reis. Dwars door Barcelona, tijdens een trektocht door de Spaanse Pyreneeën, naar de oude kathedraal van Lleida, op bezoek bij een biologische boer en nog veel meer. Alle scènes zijn vooraf bedacht in het script. Behalve bij de actieve onderdelen, zoals het kajakken en het wandelen in de bergen.
,,Doe wat je normaal op reis ook doet,” zegt regisseur Xavi tegen me. Maar dat gaat niet, want dan loop ik continu weg om mooie plekken te zoeken, mensen te ontmoeten en om ergens een foto van te maken. Tijdens deze trip moet ik vooral opletten of er geen scene moet worden gefilmd. Omdat ze geen info geven over wat we gaan doen is dat soms lastig.
De ploeg wil me verrassen met bijzondere dingen die je in dit deel van Spanje kunt doen. Bijna elke dag heb ik in de avond een interview voor de camera. Ik moet omschrijven hoe ik het heb ervaren, wat mijn gevoelens waren en vooral of ik het al eens eerder heb gedaan. ,,Want ja,” verzucht producer Xavi, ,,Jij hebt al zoveel gedaan.” Toch lukt de verrassing wel degelijk. Want ze hebben zich zichtbaar verdiept in wat ik doe, wat ik leuk vind en veel meer.
Al met al is deze televisieproductie veel professioneler dan ik dacht. Met twaalf man, drie camera’s, de drone, mijn eigen assistent. Het programma is overvol, ik krijg nauwelijks tijd om adem te halen. Mijn zintuigen maken overuren. Na afloop van deze intensieve week maak ik de balans op. Het is intrigerend en bijzonder. Inmiddels ben ik wel wat nerveus, maar dan hoe het er op televisie uit zal zien. Want ja, de uitzending is wel ruim 50 minuten lang…
Geheel passend in de Catalunya Experience krijg ik niet te horen wat ik ga doen. Maar omdat dit tot de buitencategorie behoort, laat regisseur Xavi me kiezen. Of ik foto’s wil maken van een bijzondere jaarlijkse traditie of dat ik mee wil doen. Aan iets waar eigenlijk geen buitenstaanders aan mee mogen doen. Oh, en het is in het complete donker. Dan valt foto’s maken sowieso al af…
Ik ben erg benieuwd wat die traditie is. Mensen om me heen lachen. Is dit een goed of slecht teken? Ach wat, ik ga het gewoon doen. Regisseur Xavi waarschuwt me wel. ,,Dit is erg zwaar, pas goed op en als je je niet op je gemak voelt. Zeg het. Je bent met 59 anderen die je zullen helpen. Wat er ook gebeurt….” Hmm, dat laatste stelt me weinig gerust.
Ik moet snel zijn, want anders loop ik in het pikkedonker.
Het is zeven uur in de avond. Met auto’s gaan we de berg op. Daar liggen opvallend veel halve boomstammen. Een houthakker maakt inkepingen aan het einde van de stam en slaat er wiggen tussen. Ik snap er weinig van. Wel valt me op dat er een nerveuze sfeer onder de inwoners heerst. Ook zijn ze trots om dit te mogen doen, want alleen mensen die zijn geboren in het dorp Isil mogen dit doen. En ik als bijzondere gast.
Bovenop de berg wordt er uitbundig gezongen, gedanst, gegeten en gedronken. Oh, en ik moet brandhout zoeken. Verder is het gezellig wachten op de zonsondergang. Ineens gaat het vuur in een grote stapel droog hout. Het teken voor de honderden mensen die wachten in het dorp dat het gaat gebeuren. Al is me nog niet helemaal duidelijk wat ‘het’ is. Als het vuur lekker brand gaan de stukken hout er in. Tot zij ook branden.
Ineens gaat het snel. Een lange lijn wordt gevormd, de schouders gaan er letterlijk onder. En we gaan op pad, met het brandend stuk hout op de schouder. Dat zo’n dertig kilo weegt. Het is angstig en vooral wennen, het licht is beperkt. Ik heb alleen het vuur van mijn voorganger. Dat continu beweegt. Ik moet snel zijn, want anders loop ik in het pikkedonker.
Het is opvallend steil, in totaal moet ik 600 meter afdalen. Er is geen pad. Wel stinkende modderpoelen, verraderlijke rotsen en spekglad gras door de regen. Het is meer glijden en balanceren dan lopen. En ik voel de warmte van het brandende hout in mijn nek. Dit is de meest bijzondere bergwandeling ooit in mijn leven.
Na anderhalf uur kom ik aan in het dorpje. Onderaan de berg staan drie vrijgezelle vrouwen je op te wachten. Je krijgt een bloem, een stuk koek en wat wijn na je prestatie. Mijn schouder voelt beurs aan. Maar ik mag mijn stuk hout nog niet weggooien. Eerst moet ik naar het kerkje als een soort eerbetoon aan diegene die het voor me hebben gedaan. Daarna volgt een rondje door het dorp, waarbij ik van alle kanten applaus krijg voor mijn prestatie. En sterke drank.
Met een mooie zwiep gaat mijn half opgebrand stuk hout op het vuur. Opnieuw wordt er gedanst op de muziek. Presentatrice Ivana proost met me en geeft uitleg over het ontstaan van het unieke festival Falles d’Isil. ,,In het verleden lagen deze dorpjes erg afgelegen. Mannen ontmoeten daardoor nauwelijks vrouwen, dus dit feest om de zomer te vieren was een manier om aan de vrouw te komen. Of man, want ook vrouwen mogen meedoen. En ze bedachten deze unieke sport.”
Ze lacht. Alles dus om de vrouwen te imponeren. Mijn gedachten dwalen af in het vuur. Ik heb vooral mezelf geïmponeerd. Wat een belevenis. Ja, de televisiecamera’s mogen dit stille genieten wel vast leggen. Graag zelfs.
Plotseling zie ik door de bomen een luxe tent staan. ,,Dit ons onderkomen voor vannacht”, lacht presentatrice Ivana. Goh, dat had ik niet verwacht. En dat in een decor waar je u tegen zegt. Om me heen zie ik steile geelrode rotsen. In de rotsen zie ik een eeuwenoude rotswoning. In de lucht zweven tientallen gieren op de thermiek. Dit is een echte verrassing. Ja, hier kan ik wel slapen vannacht.
Of ik aan de tafel wil gaan zitten. Een chef-kok verschijnt ter tonele. Met mes en schort, dat is een goed teken. Ja, mijn maag hoorde ik zich al hardop af vragen wat de pot schaft. In een half uur tovert de man de lekkerste lokale gerechten uit de Pyreneeën op mijn bord. Lokale paddenstoelen strelen de tong. Van de rosé hertenbiefstuk kan ik wel blijven eten. En het gaat maar door.
Een uil laat zich horen op de achtergrond. De zon verdwijnt langzaam, tientallen sterren nemen zijn plek in. Een beter decor kan ik me niet wensen. Ik ben er stil van. Al begrijp ik dat de cameraploeg daar weinig mee kan.
Het koude water plonst in mijn gezicht. Wildwaterkajakken, ja dat is erg verfrissend. Het gletsjerwater is koud; slechts een paar graden boven nul. De wetsuit helpt wel. Intensief peddelen ook. Net als het zonnetje, al is hij waterig. Het past wel bij de sfeer. Sommige golven zijn groter dan de kajak, ik kukel er bijna uit. Ivana maakt wel een duik, ik zie aan haar gezicht dat ze eigenlijk hoopte dat ik het zou zijn die een extra zwemtochtje moest maken.
Deze ruige bergketen moet worden verkend met de wandelschoenen. Via een steil bergpad ontdek ik kleurrijke orchideeën, wilde tijm en talloze panorama-uitzichten. Het is wel wat lastig reizen, als je niet weet hoe lang je nog moet lopen en waar je naar toe gaat. Maar ik vermaak me wel, dit is mijn favoriete terrein.
Een beter decor kan ik me niet wensen. Ik ben er stil van.
Ik ben niet de enige. Op een plateau liggen ineens talloze botten, schedels en veren. Het zijn er zoveel dat het macaber is, zelf wat luguber. Dit is een voederplaats voor gieren. De dieren waren bijna verdwenen door de jacht en vergiftiging, maar zijn nu bezig aan een comeback. Bij de boeren in de buurt worden dode dieren opgehaald zoals schapen en konijnen. Deze worden een paar keer per week hier neergelegd.
Vanuit een schuilhut kijk ik naar ruim 200 gieren die massaal aan komen vliegen. En landen vlak voor me. Ze vechten om elk stukje vlees. Ik tel al snel diverse soorten: vale gier, aasgier en monniksgier. De grootste van allemaal, de lammergier, laat zich niet zien. Maar wat een spektakel is dit vreetfestijn. Ik denk dat de camera ditmaal wel mijn emotie heeft vastgelegd. Mijn mond stond open, merk ik…
De keuze is lastig, maar ik kies voor de nieuwste Ferrari. Iets wat ik altijd al heb gewild. ,,En, nog nooit gedaan?” Producer Xavi vraagt het hoopvol. ,,Nee,” zeg ik. Hij glimlacht, net als mijn instructeur. Pol Rosell is Europees Kampioen in de Renault Clio Cup. Of ik wil instappen. Ik zit al…
Vol gas verlaten we de pit. Althans zo voelt het. Pol is duidelijk gewend om te smijten met de bijna onvoorstelbare 570 pk’s van deze bolide. Ik moet me vast houden aan de deur als we een bocht in duiken. Ondertussen kijk ik naar het parcours dat voorbij vliegt, ik check de teller die op het rechte stuk 230 aangeeft. Slik….
Een vreemd gevoel overvalt me. Ik sta al minuten stil, maar de adrenaline giert nog door mijn lijf.
Pol praat aan een stuk door tussen het schakelen, remmen, insturen en weet ik wat nog meer. ,,Hard remmen voor de bocht, dan iets minder hard remmen in de bocht en de bocht uit … het gas er op en naar buiten sturen. Zodat je optimaal gebruik maakt van het parcours.”
Na twee rondjes stuurt hij het rode monster weer de pitstraat in. Net als ik uit wil stappen, zegt hij: ,,Wil je zelf rijden?” Mijn hart slaat zomaar een slag over. ,,Tuurlijk…” Al zweet ik nu al volop. ,,Maar wel op één voorwaarde. Je doet precies wat ik zeg…” Dat lijkt me wel zinvol ja.
Gas geven is makkelijk, al heb ik nog nooit zoveel power onder mijn voet gehad. Schakelen gaat via panelen aan het stuur, dat is wel even wennen. Het kuipstoeltje zit als gegoten, zelfs bij de scherpste bochten. De ideale lijn is zoeken is essentieel. ,,Het is beter een bocht langzaam in te gaan en snel uit te gaan, dan andersom.” Ik laat de woorden van Pol even op me in werken.
Dus hard remmen vlak voor de bocht, vlot insturen, gas geven en de bocht wijd verlaten om vaart te maken. De chicane is de ultieme test, zeker omdat hij vlak voor het rechte stuk zit. Daar moet de auto de topsnelheid halen. Ik tik de 212 aan, ik schrik er zelf van. Pol ging toch echt nog wat sneller op het rechte stuk. Maar ja, hij is prof.
In de pitstraat tril ik nog na. Ja, het ziet er makkelijker uit dan het is. Al krijg ik van Pol wel de complimenten. ,,Heb je dit echt nog nooit gedaan?” Nee. ,,Hmm, dan doe je het heel aardig.” Volgens mij zegt hij dat tegen iedereen, al ben ik zelf ook wel tevreden. Omdat ik bijvoorbeeld niet ben gespind of erger. Een vreemd gevoel overvalt me. Ik sta al minuten stil, maar de adrenaline giert nog door mijn lijf.