De Filipijnen; bekend van oneindige stranden, bijzondere dieren (boven en onderwater) en vriendelijke mensen. Hoog tijd voor een rondreis.
Lees verder
De Filipijnen is een immense groep eilanden. Maar er is meer dan de vele stranden, bijzondere dieren (boven en onderwater) en vriendelijke mensen. Hoog tijd voor een rondreis door een intrigerend land. Al is het te groot voor één reis...
Ga ook op reis naar de Filipijnen
Een reis is een ontdekking, een ervaring vol unieke belevingen en onverwachte ontmoetingen. Als ongerepte bestemming, veelzijdig en uniek, is de Filipijnen daarom absoluut een bezoek waard en is een reis door dit prachtige land een hoogtepunt in het leven.
Undiscovered biedt uitzonderlijke belevingen op bijzondere locaties en is gespecialiseerd in individuele rondreizen op maat, weg van de massa en geheel naar jouw wens.
Ontdek met Undiscovered de Filipijnen!
Het is niet erg bekend, maar de Filipijnen zijn ongekend groot. Honderden eilanden die uitgestrooid lijken te liggen in zee. Het zijn er precies 7.107, al kunnen het er ook een paar meer zijn. Je kunt hier wekenlang (of zelfs maandenlang) eiland hoppen, maar ook alleen bijvoorbeeld het beeldschone Palawan ontdekken.
Er is zoveel meer dan de eindeloze stranden, de gezellige kleine dorpjes en het heerlijke eten. Terwijl de cultuur in het land voor het oprapen ligt. En eigenlijk elk eiland wel zijn eigen karakter heeft.
Of ik een bijzonder ritueel wil meemaken? Euh ja, waarom niet. ,,Is dit speciaal voor toeristen?” vraag ik nog. ,,Nee,” is het korte, maar heldere antwoord. De lokale bevolking bezoekt ‘haar’ nog geregeld, voor van alles. Zij is heler, al weet ik niet precies wat dat is. Ik ga een sessie bijwonen, ergens op het eiland Siquijor op de Filipijnen.
We moeten naar het hart van het eiland. Langs diverse oude kerken, naar een hutje in het bos, letterlijk. Kippen lopen rond de houten hut, net als wat honden. Binnenin is een complete familie eten aan het klaar maken. Ja, we kunnen doorlopen naar een apart kamertje.
Ik heb geen idee wat ik kan verwachten. Het heet een ‘Bolo Bolo healing session’. Al noemen veel mensen het voodoo, dat toch een onheilspellende term is. De ‘healer’ heeft wel tijd voor een sessie, merk ik.
En dat hangt niet van geld af, maar of ze zich goed voelt. En er zin in heeft. Al zal ze de lokale bevolking met grote problemen nooit weigeren. Ze maakt haar handen schoon en wijst naar een klein kamertje.
Allereerst wordt gevraagd waar ik last van heb. ,,Stress?” ,,Ziektes?” ,,Slechte botten?” Enzovoort. Het lijstje is lang. Op een plank staan allerlei drankjes van kruiden, in sommigen zitten er meer dan 20. Een stoel verschijnt in het midden van de kamer.
Van de sessie zelf snap ik weinig. Ik zie een soort glas gevuld met een zwarte steen en een goedje. De vrouw blaast door een pijpje en dan smeert ze het goedje op de keel. De geur herken ik niet. Ze prevelt wat, maar voordat ik het door heb is het alweer voorbij.
De sessie is mysterieus, maar niet eng. En het laat meer vragen open dan het beantwoord. Maar dit heeft ook wel zijn charme. Sommige dingen moet je niet willen snappen, vooral niet zo’n nuchtere Nederlander als ik. En nu maar afwachten, denk ik nog.
Het groene eiland verkennen kan op diverse manieren. Je hebt hier de fraai bewerkte bussen die lijken op Amerikaanse legertrucks. Ik kies een tuktuk, al is die ook net even anders. Het is eigenlijk een motor met zijspan.
De chauffeur vraagt waar ik heen wil. Ik heb geen idee en haal mijn schouders op. Heerlijk om die vertwijfeling in zijn ogen te zien. Dus rijden we door het regenwoud, door diverse dorpjes met een stop bij een klein winkeltje. Ik moet hier de verse kokosnoot proeven. Om de reis te eindigen bij een breed zandstrand.
Waar we even moeten stoppen voor een foto. Een lokale boer staat met zijn koeien in de zee. Ik kijk even goed, maar de man is zijn dieren aan het wassen. En ze genieten toch wel zichtbaar van het koele water. Het zijn deze verrassende ontmoetingen die de Filipijnen extra de moeite waard maken…
Op een zandbank ontmoet ik een groepje Koreanen. Ze liggen languit, maar niet om te zonnebaden. Ze willen juist geen kleurtje opdoen; bij hen is een zo wit mogelijke huid erg populair. Dus smeren ze zo’n beetje de sterkste zonnebrand ter wereld op hun lichaam.
De Koreanen zoeken de zee vooral op om af te koelen. Ja, het kan hier best warm worden, erg warm. En ja, ze hebben gelijk. Oké, vooruit maar weer. Plons. Heerlijk.
Zodra ik onder water ga zie ik kleurrijke vinnen en hongerige monden voor mijn snorkelmasker. Ik zie door de vissen het koraal niet meer. En weet niet waar ik moet kijken. De vissen worden hier geregeld gevoerd. Sommige zijn ietwat verward; ze zien mijn typisch Nederlandse kuiten aan voor witbrood.
Als ze door hebben dat ik niets te eten bij me heb opent de onderwaterwereld zich volledig. Als eerste zie ik een oranje vis met witte strepen die tussen de tentakels van een zeeanemoon zijn territorium verdedigt. He, die ken ik. Dat is Nemo, uit de Disney-film. In het echt is hij nog leuker.
De stranden her en der zijn veelal verlaten. Ik doe mijn flippers uit en voel het zand tussen mijn tenen. Opnieuw zie ik overal kleuren. Een goudgeel strand, met groene bomen en blauwe lucht appelleert toch wel heel erg aan mijn droombeeld van de tropen.
Sommige papegaaivissen zijn soms erg nieuwsgierig. Of eigenlijk neurotisch.
De keuze waar het water in te gaan is groot. Beroemd zijn Apo Island (zeeschildpadden), Donsol (walvishaaien), Coral Garden bij Puerto Gallera en Hundred Islands National Park. Maar feitelijk kun je overal goed duiken, alsook snorkelen. En is het zelf ontdekken misschien nog wel het leukst.
Want bijna overal heb je kans op bijzondere ontmoetingen; de wateren van de Filipijnen zijn rijk aan dieren. Van lieflijke zeeschildpadden tot majestueuze walvishaaien. En van statige reuzenmanta’s tot kleurrijke papegaaivissen.
Met name laatstgenoemden zijn soms erg nieuwsgierig. Of eigenlijk neurotisch. Ze zwemmen snel dichterbij, tot vlak voor mijn neus. Dat is even schrikken. Om dan weer schielijk weg te zwemmen. Ja ja, ik snap de hint. Dit is hun stukje koraal. Gelukkig is er nog veel meer, dus zwem ik maar even verder.
Een veerboot is niet meer dan een vervoermiddel van A naar B. Een houten vissersboot is datgene wat je bij dit soort tropische bestemmingen verwacht. Een dek om te zonnebaden, de zon op je hoofd en de wind in je haren. Met de zee om je heen en her en der een eiland met palmbomen, stranden en dorpjes.
De baby slaapt in een minihangmatje, in de schaduw van enkele bomen. Ze heeft geen idee dat ik er ben. Een groepje mannen ligt languit op banken bij het piepkleine kerkje. Het vissersdorpje is in ruste in de warme middag op zomaar een eilandje op de Filipijnen.
De Spanjaarden hebben hier eeuwen geleden het christendom naar toe gebracht, maar ook de siësta. En beiden zijn nog steeds populair merk ik.
Een man pakt een mes en hakt de bovenkant van een kokosnoot er af. Ik krijg een rietje voor het kokosvocht en een spateltje voor de romige kokos. Op het strandje overvalt de rust me, ondanks het kabbelende geluid van de golven.
Terug op de boot vraag ik me af waarom ze hier geen Spaans praten. De Spanjaarden hebben hier toch ruim driehonderd jaar geheerst, waardoor delen van Zuid-Amerika nu Spaans praten. Misschien komt het omdat hier al ruim honderd dialecten werden gesproken.
Sommige eilandjes bestaan alleen uit koraal en zijn verlaten.
Net op het moment dat mijn gedachten verder afdwalen, komt een heerlijke geur voorbij. De kok op het achterdek gooit zijn breedste glimlach er uit. Op een piepklein bbq-tje maakt hij net gevangen garnalen, krab, tonijn en sateetjes klaar. Hij vraagt of ik honger heb. Hij wacht niet op mijn antwoord, maar begint aan het toetje van verse mango, ananas en watermeloen.
Ik ben opgestapt op Mactan Island, net onder het stadje Cebu, met onder meer stops op Olango Island, Mahanay Island en Tambu Island.
Sommige eilandjes bestaan alleen uit koraal en zijn verlaten. Anderen hebben goudgele strandjes, soms zie ik kleine dorpjes. Ik voel me nietig; ik doe zo’n tien van de ruim zevenduizend eilanden aan. Je kunt hier eindeloos de zee op gaan.
Later reis ik met de veerboot door naar het eiland Bohol, het land van de spookdiertjes en chocoladeheuvels. En ook het eilandje Sicuijor staat op het programma, waar veel Filipijnen angst voor hebben. Het is namelijk beroemd en berucht vanwege heksen en tovenaars.
In de vertrekhal op de kade speelt een bandje van blinde muzikanten heerlijke tropische noten om me in de sfeer te krijgen. Onderweg laten dolfijnen zich tweemaal zien. Het is typisch voor de Filipijnen, overal wacht een verrassing.
De grote ogen kijken me aan. Dit wonderlijke wezen hangt aan de boomstam, en springt van de ene stam naar de andere. Ze kunnen hun kop 360 graden draaien. Het spookdiertje is een mix van Yoda uit Star Wars en een Gremlin. Of zal Hollywood juist dit dier als voorbeeld hebben genomen?
Ditmaal kijkt een Filipino me indringend aan. Het is Carlito Pizarras, ook wel bekend als de ‘Tarsier Man’. Hij is de woordvoerder van de Philippine Tarsier Foundation om het dier te beschermen tegen uitsterven. Een nobel, maar lastig streven. ,,Door ontbossing verdwijnt meer leefgebied. En zijn uiterlijk helpt ook niet mee,” zegt Carlito. ,,Ze zijn te leuk en te lief. Dus wil iedereen ze hebben.”
Ze zijn zo groot als een hand. Het is dat Carlito deze wonderlijke wezens weet te vinden. Groene bladeren en takken in het vochtige regenwoud is alles wat ik zie. Ik zweet een bonte mix van emotie en inspanning, maar ben ook blij. Om dit soort ontmoetingen mee te kunnen maken reis ik.
Een groepje mannen staat met hun voeten in de modder, voorover gebukt. Een van hen maakt alles met een hark gelijk, waarna anderen om de 30 cm een jong rijstplantje poten. Tot alle rijstvelden vol zijn en ze verderop doorgaan. Maar het is even pauze, want die vreemde toerist met zijn camera vinden ze toch wel interessant.
Een paar draaien een sigaret, anderen vegen het zweet van hun voorhoofd en maken wat grapjes om die slungelige Nederlander. Maar niet te lang, want ze moeten door. Totdat deze vallei klaar is.
De mannen worden omringd door talloze heuvels. Door de iconische vorm lijken het net kleine vulkaantjes, maar het is een voormalig koraalrif. Dit zijn de Chocolat Hills, meer dan duizend puisten in het hart van het eiland Bohol. Of eigenlijk mooie iconische heuvels, alsof een kunstenaar ze hier heeft neergelegd.
Maar alles is groen. En groene chocolade ken ik niet. Ze zullen toch geen duurzame chocolade bedoelen? Een stem verstoort mijn gedachten. ,,Van februari tot en met mei verdroogt het gras op de heuvels, dat dan bruin wordt. Dat verklaart de naam,” aldus de gids. Ah, en de rest van het jaar zijn ze groen, zoals nu.
Ik heb dus ‘pech’, al voelt het niet zo. Mijn ogen dwalen over de vele heuvels. ,,Ooit was dit de bodem van de zee. Later werd het omhoog geduwd en zorgde erosie voor de vreemde vormen van de heuvels. Inmiddels zijn ze begroeid en behoort het tot de mooiste landschappen van Azië,” vertelt de gids.
De smalle wegen kronkelen door het landschap. Ik loop nog wat te dwalen. En zie een klein cafeetje tussen de palmbomen. Al is het niet meer dan wat planken die redelijk willekeurig bij elkaar zijn getimmerd. Enkele mannen zitten wat te kaarten, de barman kijkt me verwachtingsvol aan. En ja, een mooie dag moet je afsluiten met een biertje, dus vooruit.
Ontdekkingsreizigers vind ik intrigerend. Als jongetje wilde ik de wereld verkennen. De tijden zijn natuurlijk behoorlijk veranderd, al had ik best in hun tijd willen leven. Dat niet geheel zonder gevaar was. Zo ondervond ook de beroemde Ferdinand Magelhaan, die de Filipijnen ontdekte. Maar hier ook het leven liet.
De Spanjaarden wilden handel drijven; op een vrij dwingende manier zoals veel Europese zeevaarders dat deden. Ondertussen wilden ze ook het Christendom over de wereld verspreiden.
Lapu Lapu was de leider van de bewoners hier. Hij weigerde zich te bekeren tot het katholicisme.
Ik ga op zoek naar de plek waar alles zich afspeelde. Achter het beeld van Lapu Lapu ligt een rustig strandje met mangroven. Hier kwam Magelhaan in 1521 met kleine bootjes aan land.
Dit is ook de plek waar destijds de keiharde strijd werd uitgevochten. Een heroïsch gevecht tussen 50 Spanjaarden en maar liefst 1500 indianen.
Door deze felle strijd hier werden twee volkshelden geboren.
Volgens de verhalen heeft Lapu Lapu met zijn speer Magelhaan dodelijk verwond in de branding. Al kon hij zijn schip nog wel bereiken. Hetzelfde schip waarmee hij bezig was als eerste mens de wereld over te zeilen. Wat bijna gelukt was. Maar de armada was verslagen en moest zich terug trekken.
Door deze felle strijd hier werden twee volkshelden geboren. Al worden ze heel verschillend beleefd op de diverse continenten. Zo had ik van Lapu Lapu nog nooit gehoord…