blijf op de hoogte!

blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

The Adirondacks: Heerlijke speeltuin bij New York

Immens gebergte met onder meer Lake Placid en talloze meren.

Lees verder

Indian Summer in The Adirondacks

The Adirondacks, het wordt wel de achtertuin van New York en Boston genoemd. Let wel; dit is het grootste beschermde bosgebied van de Verenigde Staten. Ik ga tijdens de Indian Summer, als de herfst op zijn hoogtepunt is. En ja, dit is een van de mooiste kleurenspektakels op aarde.

The Adirondacks is synoniem voor The Great Outdoors, oftewel de speeltuin van Moeder Natuur. Uitgestrekte bossen, honderden meren en de typisch Amerikaanse architectuur van eeuwen geleden. Ik begin passend in Boston; deze hippe stad wordt steeds populairder voor een stedentrip. De stad doet opvallend Europees aan. New York heb ik al vaker gedaan. Die sla ik nu over.

Mijn start is het Boston Common, het oudste publieke park in Amerika. Een groene oase in het hart van de stad. Met een rijk verleden. Hier pik ik de Freedom Trail op, die langs alle historische bezienswaardigheden voert. Boston was de bakermat van de Amerikaanse revolutie tegen de Engelsen.

De schoonheid van Boston. ©Corno van den Berg

Ons vreemde woord vakantie

Het is zomaar een weetje. Maar ons woord vakantie komt uit de Adirondacks, een relatief onbekend gebergte in de Verenigde Staten. Want waarom gebruiken Amerikanen het woord Vacation en Engelsen Holiday? Daar moet ik meer over weten. Het blijkt een intrigerend verhaal.

Het wordt nog verwarrender. Waar komt ons woord ‘vakantie’ vandaan? Logischerwijs van het Engelse woord ‘vacation’, maar dat wordt alleen in de VS gebruikt.

In Engeland gebruiken ze ‘holiday’. Dus duik ik maar eens in het Amerikaanse verleden naar de origine van onze term vakantie.

In een kano een meer verkennen. ©Corno van den Berg

,,Wat doe jij als de zomer te warm wordt in mijn stadje Utrecht?” Het is zomaar een vraag van gids Mitch. ,,Dan ga ik naar het water; het strand of de meren,” is mijn antwoord. Hij lacht. ,,Precies hetzelfde deden de rijke inwoners van Boston en New York meer dan honderd jaar geleden in de zomer.

Om de kleffe warmte van de stad te verruilen voor de frisse berglucht. ‘They vacated the city’, oftewel ze ontvluchten de stad.” En zo ontstond het woord ‘vacation’.

Een doorkijkje... ©Corno van den Berg

Er zijn hier nog meer woorden die wij ook kennen. ‘To recreate’, oftewel jezelf opnieuw uitvinden. Daar komt ook ons woord recreatie vandaan. Het zijn dus vooral manieren om te ‘ontvluchtten’.

Ja, een vakantie is eigenlijk ook een vlucht toch? Van het dagelijkse leven. Maar waar vluchten ze dan naar toe? De Adirondacks, een gebergte ten noordwesten van de twee steden. Bij ons onbekend, maar in de Verenigde Staten een gevestigde naam.

Dwalen door Boston

Ik sta stil bij de Old Granary begraafplaats, waar revolutionairen als Samuel Adams, John Hancock en Paul Revere begraven liggen. Het meest nostalgisch is toch het Old South Meeting House, een kerk waar in moeilijke tijden de burgers bijeenkwamen.
 
Dit is waar uiteindelijk de wereldberoemde Boston Tea Party ontstond. Zij keerden zich meer en meer tegen de overheersende Engelsen. Mooi is ook het Old State House, waar vóór de revolutie de Britse gouverneur zetelde. Het verleden hier moet je niet beschrijven, die moet je zelf beleven.

Boston is een opvallend groene stad. ©Corno van den Berg

Oh ja, de route voert ook langs het beroemde café van de televisieserie Cheers. Het is Boston ten voeten uit. Trots op het verleden, terwijl het heden wordt omarmd. Ik sluit de dag af op een biologische straatmarkt. Met ecologische pizza’s, vers ciderbier en meer lekkers.

Terwijl ik geniet, overvalt me een gevoel. Boston is leuk, maar dit moet meer dan een stedentrip zijn. Ik wil de Adirondacks wel bezoeken. Onbekend bij ons, maar dus erg populair hier. In de herfst, als de bladeren verkleuren en het landschap een bont schilderspalet lijkt. Ook ik ga het doen; de stad ontvluchten.

Het Stadhuis van Boston. ©Corno van den Berg

En ik doe het op mijn manier. Wandelen over slingerende paden, kajakken over verlaten meren, maar ook lekker rondtoeren over eindeloze wegen. Zoals het hoort; in een spiksplinternieuwe Ford Mustang cabrio…

Auto rijden in The Great Outdoors

De wind in mijn haren, de zon op mijn bol. De radio gaat aan, op zoek naar wat bijpassende rockmuziek. De eerste blaadjes vallen, om me heen zie ik allerhande kleuren. De Indian Summer noemen de Amerikanen het; het jaarlijkse kleuren van de blaadjes.

Zo ziet autorijden in de Adirondacks er uit in de herfst. ©Corno van den Berg

Moeder Natuur laat zich moeilijk temmen. En de data van dit natuurspektakel wisselt per jaar. Het is dus lastig te plannen. Alles kan nog groen zijn, maar de bomen kunnen ook al kaal zijn. Je hebt ongeveer een maand de tijd, ergens tussen half september en half oktober.
 
Alles hangt af van de zomer, was die warm of niet? En hoelang duurt die? De kleuren verschillen ook per hoogte, waardoor je meestal de diverse kleurfases wel kunt meemaken.

Dit is Amerika, dus in elk restaurant of bar staat een televisie. Met het nieuws; het jaarlijkse vallen van de blaadjes wordt zelfs op het journaal vermeld. Met allerhande kleurrijke weerkaarten en veel enthousiasme. ,,Het hoogtepunt is er bijna. De komende dagen worden ‘awesome’….” Aldus de weerman. Mooi, dan heb ik geluk. Awesome….

Auto rijden in een van de mooiste landschappen op aarde. ©Corno van den Berg

Het is een overbekend beeld uit films en televisieseries. Een eindeloze weg slingert door het landschap. Over heuvels, langs kleine dorpjes, rivieren en tientallen meren. Het is rustig, af en toe kom ik een tegenligger tegen. Het is vroeg in de ochtend, de zon strooit zijn warme stralen over me heen. Dit is genieten.

Mijn route

Mijn reis begint in Boston, ik ga via Vermont en Highway 89, en pak het veer bij Lake Champlain. Met een pontje ga het meer over naar het historische stadje Essex. Het is herfst, de bomen verkleuren langzaam. De schipper tuurt over het rimpelloze water. Dit is de toegangspoort van de Adirondacks.

Oppassen voor overstekende elanden. ©Corno van den Berg

Ondanks zijn ruim twintig jaar ervaring op de boot geniet hij nog elke minuut. ,,Het is hier elke dag anders. Het wordt niet overlopen door toeristen. En, wat is nou beter dan lekker met de elementen bezig zijn?” Ja, de bevolking hier houdt wel van het buitenleven. Dat schept een band.
 
Autorijden in Amerika. Het is een hobby van me. En van veel Nederlanders, blijkt uit het Continu Vakantie Onderzoek. De rondreis langs nationale parken als Yellowstone, Grand Canyon en Death Valley in het westen van de VS is mateloos populair. In het oosten gebeurt dit veel minder. Wat oprecht zonde is, merk ik al snel.
 
Welke route je ook neemt, overal is water. In de vele zompige moerassen zoek ik naar leven. Zoals elanden, zwarte beren, bevers en meer. Ik ontdek overal kristalheldere meren, met mooie namen. Zoals Schroon Lake, Indian Lake, Long Lake en Tupper Lake. Onderweg zie ik diverse watervliegtuigen drijven op het water. Ja, dat is ook wel een goede manier om je te vervoeren.

Vervoer kan ook per watervliegtuig. ©Corno van den Berg

In de Adirondacks ligt de Canadese stad Montréal op slechts een uurtje rijden, maar het is toch de staat New York. Ja, waar ook de stad bij hoort, al moet je wel vijf uur rijden. Ik sta aan de oorsprong van de Hudson-rivier, die eindigt in New York en vernoemd is naar de ontdekker van de stad.

Een verplichte tussenstop is Saranac Lake. De kleurenpracht is ongekend. Rood in alle tinten, net als geel en groen. Een schilderspalet dat per dag verandert. En per kilometer. En per meer. Of per moeras. Per bocht zelfs. Je weet bijna niet waar je moet kijken.

Het is wonderlijk mooi. Ik ben er stil van. Alsof Moeder Natuur op een waardige manier afscheid neemt van de zomer en de herfst. En de komende winter wil omarmen. Dat doe ik ook, in gepaste stilte.

Video: Zo mooi is de Indian Summer

Bewegende beelden zeggen meer dan foto’s. Ik maakte deze video in de namiddag. Want ja, rijden in een cabrio in de herfst in de Adirondacks is wel iets bijzonders. Kijk maar:

Lake Placid; het ideale startpunt

Een klein, maar gezellig bergstadje. Lake Placid was het eerste wintersportgebied in de VS. Ik ken het vooral van de Olympische Winterspelen uit 1980, tegenwoordig is het de uitvalsbasis voor allerlei buitenactiviteiten.

De affiches in het Olympisch Museum. ©Corno van den Berg

,,Dit is het kloppend hart van de Adirondacks.” De bebaarde met flitsende zonnebril getooide verkoper van een buitensportwinkel weet het zeker. Hij lacht en kijkt me eens doordringend aan.

Natuurlijk heeft hij een mountainbike voor me. En een kajak. En een quad. ,,Zeg het maar en ik heb het! Wat wil je doen?”

Hmm, dat is wel een lastige vraag. Want de Adirondacks zijn een levende speeltuin voor buitenmensen. Voor avonturiers, voor wandelaars, voor actievelingen, enzovoort.

De hoofdstraat van Lake Placid telt veel winkeltjes met allerhande huurmateriaal, outdoorkleding en diverse restaurantjes en barretjes voor de derde helft.

De eerste sneeuw valt. Het past hier, want ik zie op talloze plaatsen herinneringen aan de Olympische Winterspelen. Klein als een sticker op een raam, maar ook megagroot zoals bijvoorbeeld de skischansen die boven het bos uit torenen. 

De bewoners zijn maar wat trots dat hun stadje niet één, maar liefst twee keer de Winterspelen mocht organiseren.

Gek genoeg hebben de grootste winterevenementen ter wereld geen onuitwisbare indruk gemaakt bij me. De ouderen herinneren zich misschien nog 1932, maar van Nederlands succes was geen sprake. Ik moet maar even mijn geheugen opfrissen.

Olympische Spelen

In het museum in het stadje zie ik veel memorabilia. Posters, vlaggen en veel kleding die werd gedragen. Oh en de mascotte; een wasbeer met de naam Roni. Ik ga op zoek naar uitslagen. Van met name schaatsen, want daar zijn we toch zo goed in?

Maar ook die van 1980 blijken voor ons landje uitermate onsuccesvol. Bij de mannen was dat omdat ene Eric Heiden uit de VS bij het schaatsen maar liefst alle de vijf gouden medailles pakte. Bij de dames pakte Annie Borckink het goud op de 1500 meter. Dat was het hoogtepunt voor Nederland. Ah, vandaar.

Ineens schiet me de beroemde ijshockeywedstrijd tussen de Verenigde Staten en Rusland te binnen. De rondleider van het museum praat er graag over. ,,What a game!” In geuren en kleuren hoor ik hoe de onverslaanbaar geachte Russen, die tot nu toe alle wedstrijden hadden gewonnen, werden verslagen. ,,Door een groep jonge Amerikaanse honden, alle profs zaten zo’n beetje thuis.”



,,Puur op wilskracht bogen zij in de derde periode een 3-2 achterstand om in 4-3 winst. Terwijl het publiek aftelde bij de laatste seconden, noemden de commentaren het ‘The Miracle On Ice’. De beste ijshockeywedstrijd ooit!” Volgens de Amerikanen dan. Ik denk dat ze er in Rusland iets anders over denken.

Op een oude televisie, zo eentje als in de jaren tachtig, is de wedstrijd ook nu nog te bekijken. Ik ga even zitten kijken en zie grappige taferelen. Diverse mannen wijzen hun vrouwen er op, al hebben zij meer interesse in de shirts van de spelers die er hangen.

Rondom het stadje vind je meer overblijfselen. Ik ga even kijken bij de Olympische bobsleebaan. 


Dit is een sport die me altijd al heeft geïntrigeerd. Ineens is er kabaal en komt er iemand voorbij suizen. Zo snel, ik zie het niet eens. Er wordt volop geoefend door jeugdige talenten.

Toeristen kunnen ook naar beneden in een bobslee. Wel met een gids, want dit is best gevaarlijk. In de winter kan het op echt ijs, in de zomer in een bobslee met wieltjes. Maar ook bij die moet je niet bang uitgevallen zijn. De snelheid is ongekend hoog. Ja, zo jaag je de adrenaline wel door je lijf …

De bobsleebaan van Lake Placid. ©Corno van den Berg

Whiteface Mountain

Whiteface Mountain, ik sta er recht voor. Volgens kenners het beste skigebied van de staat New York. Qua naam vind ik hem sowieso al geweldig. Vandaag is het vooral een wandelgebied. Voor verliefde hand-in-hand stelletjes, groepjes joggers en fanatieke fotografen. Ik moet hier nog eens in de winter terug komen, dat is duidelijk.

Ik wil opnieuw naar buiten. Wolken hangen tussen de bergen. Het is vroeg in de ochtend. Dit is Heart Lake (What’s in a name). Het ligt midden in de wildernis, maar ik ben net buiten Lake Placid. Dit is Amerika zoals ik het me vaak voorstel. Of Canada, dat hier op een steenworp afstand vandaan ligt.

Een van de meertjes net buiten Lake Placid. ©Corno van den Berg

Wat Canadese ganzen laten zich horen. Ze maken zich klaar voor hun tocht naar het zuiden. Verder is het stil. De kajak dobbert over het rustige water. Mijn gepeddel verstoort de rust, althans zo voelt het. Ik verken op mijn dooie gemak een van de honderden meren hier. Rust en ruimte, ruig en rustiek. Zeker nu de ‘r’ in de maand zit en alles meer dan fraai is.

Wandelen in The Great Outdoors

De Adirondacks moet je voelen. In je longen, in je benen, eigenlijk in al je zintuigen. Dus ga ik wandelen, of eigenlijk ‘hiken’ zoals het hier heet. Wat meer een mix van wandelen en bergbeklimmen is.

Een populaire activiteit; hiken met je hond. ©Corno van den Berg
Het kriebelt altijd bij me als ik dit soort gebieden bezoek. Bergen, meren en bossen; dan moeten de wandelschoenen aan. Er is keuze te over aan wandelpaden in de Adirondacks. Van licht tot zwaar, van een uur tot dagenlang. Eerst wil ik wat kleinere heuvels op die bekend staan om hun uitzicht. Rustig beginnen is altijd goed.
 
Amerikanen geven alles een pakkende naam. Zo kun je fietsen op de Lake Champlain Bikeways. Ik kies voor de wandelroutes; de Champlain Area Trails. De wind ruist door de bomen, blaadjes vallen overal.

Mijn ogen dwalen over het meer van Champlain, dat ten zuidoosten van de Adirondacks ligt. Het is immens; 1.130 vierkante kilometer groot, 180 kilometer lang en tot 19 kilometer breed.

Van alle kanten hoor ik dat ik goed het water moet af speuren, want ook hier huist een mysterieus waterdier. Vandaag de dag wordt hij nog maar sporadisch gezien. Nou ja, behalve op T-shirts, koffiebekers en andere souvenirs.

Klimmend en klauterend baan ik me een weg naar boven.

Het mythische wezen wordt liefkozend Champ genoemd. Het is net als bij het monster Loch Ness in Schotland; je moet er in geloven. Hoe ik tuur, ik zie niets. Ja, water. Heel veel water.

Lake Champlain

Een van de vele uitkijkpunten bij Lake Champlain. ©Corno van den Berg

Veel van de trails hier leiden naar een uitkijkpunt, of meerdere. Zoals die van Mount Severance. Een heerlijk punt om even bij te komen. En te genieten van de ansichtkaart voor mijn ogen. Althans vroeger, tegenwoordig heet het een wallpaper.

Huh? Even zijn mijn hersenen van slag. Hoor ik een ratelslang? Het blijkt een chipmunk te zijn, een wangzakeekhoorn. Een guitig diertje dat luidruchtig laat horen dat hij mij heeft gezien. En ik hem nu ook. Hij huppelt vrolijk voor me uit, met een paar dikke wangen vol eikels. Alles is zich aan het voorbereiden op de lange, koude winter.

Ook ik maak me klaar. Voor de Algonquin, de op een na hoogste berg van de Adirondacks. Hij ligt net buiten het stadje Lake Placid. Met 1.559 meter lijkt de Algonquin niet zo hoog, maar door de noordelijke ligging heeft de top wel een alpien klimaat.

Hiken op de Algonquin. ©Corno van den Berg

Algonquin hike

De ‘hike’ staat de boek als ‘Challenging’, oftewel uitdagend. De reden; een groot deel van het pad volgt een beek. Correctie; het is de beek. Althans de plek waar bij een regenbui het water naar beneden suist. Suist ja, want het is ongekend steil. Nu is de beek relatief droog, al is er genoeg modder om in te spelen. Klimmend en klauterend baan ik me een weg naar boven.
 
Net als opvallend veel baasjes met hun honden. Ik tel er maar liefst 47, het lijkt wel een nationale sport om met je viervoeter omhoog te gaan. Af en toe moeten de honden worden opgetild vanwege de immense rotsblokken. Gelukkig ben ik niet de enige die hier worstelt.

Hiken op de Algonquin. ©Corno van den Berg

Eindelijk kijk ik over de bomen heen. Eerlijk is eerlijk, ik ben die bomen ook wel even zat. De top van de berg is een rotsplateau. Met een 360 graden uitzicht. En stevige wind. Het is opmerkelijk om te zien dat sommige bergdalen vol gekleurde bomen zijn en andere (nog) niet. Het hangt van de hoogte, de wind en meer af.

Een vrouw haalt me in. ,,Ik kan geen modder meer zien,” verzucht ze. Mooi, ik heb hetzelfde met de stenen die ik tegen kom. Miljoenen zijn het er, althans zo lijkt het. Maar het euforische gevoel wint het van de moeheid. Al zijn mijn spieren het daar absoluut niet mee eens.

De vier jaargetijden

De Adirondacks is typisch zo’n gebergte waar elk seizoen anders is. Dat je dus altijd kunt bezoeken. Sterker nog; eigenlijk moet bezoeken. Een inventarisatie.

Het uitzicht van een van mijn Bed and Breakfasts. ©Corno van den Berg

Je kent ze wel van de Amerikaanse films en televisieseries. De houten cabins in een bos, idyllisch gelegen aan een meer. Dat is mijn gevoel van The Great Outdoors, oftewel het echte buitenleven.

Hier in de Adirondacks zijn er genoeg te vinden. Dat moet ik proberen. Net zoals ruim honderd jaar de rijkelui dit deden, toen ze de vakantie uitvonden.

Of kamperen in een tentje. Midden in de wildernis. Het trekt me wel, het kamperen met een kampvuurtje en jagen voor je eigen voedsel.

Al maak ik het denk ik idyllischer dan het is. Maar ja, dit kennen we niet echt in Nederland. Jammer genoeg, want ik zou het geweldig vinden.

Het is een van de vragen die je jezelf stelt voor een reis. Wanneer ga ik? Het hangt natuurlijk van je eigen situatie af; gezin en werk. Maar ook; aantal vakantiedagen, de prijzen van vliegtickets, enz.

En, zoals bij een gebied als de Adirondacks; wat wil je doen? Ik heb tijdens mijn reis met diverse mensen gesproken en hun tips hierin verwerkt.

Voorjaar:

Het voorjaar is dé tijd om hier te wandelen, al kun je dan ook goed fietsen en kajakken (of kano) bijvoorbeeld. De talloze bomen en struiken ontluiken, terwijl er opvallend veel kleurrijke bloemen te zien zijn. En, de dierenwereld komt tot leven; veel jonge dieren worden geboren. En bijvoorbeeld bevers, elanden en zelfs zwarte beren laten zich meer zien in hun speurtocht naar voedsel.

Het blad van de Maple Leaf; bij ons bekend als de esdoorn. ©Corno van den Berg

Zomer:

De zomer is wat temperatuur betreft de ‘beste’ periode. Het weer is vaak zonnig. De temperatuur is gemiddeld dik twintig graden, maar reikt tot boven de dertig graden. De dagen zijn lang en alles is groen. De watertemperatuur is zeer aangenaam (rond de 20 graden), dus zwemmen in de vele (schone) meren is een optie. Dit is ook het moment van de vele festivals.

Herfst:

Ik was er in de herfst, sowieso één van mijn favoriete seizoenen. Met name rond de Indian Summer, als de blaadjes vallen, zie je een unieke kleurenpracht. Er zijn dan ook veel minder toeristen. Let wel op dat diverse attracties minder vaak/lang open zijn of zelfs helemaal zijn gesloten.

Winter:

De Winterspelen werden hier maar liefst twee keer georganiseerd. De winter is dan een speeltuin voor actieve reizigers. Je kunt skiën op diverse bergen, waaronder de beroemdste: Whiteface Mountain met 35 km aan goed geprepareerde pistes. Maar er is meer: Met sledehonden kun je de sneeuw op, net als met een sneeuwmobiel.

Daarnaast kun je cross country skiing, maar ook back country skiing. Dat is de wildernis in met een gids. Alleen al daarvoor wil ik nog eens terug… Bijzonder is ook het Saranac Festival, als er een ijskasteel midden op het meer wordt gebouwd.

Een unieke plek

De Adirondacks is maar liefst 6 miljoen acres groot. Het is daarmee het grootste State Park van de gehele VS. En relatief onbekend bij ons. Zo’n 55 procent is eigendom van de overheid, de rest van particulieren. Het park werd al opgericht in 1892 om het landschap en de cultuur te beschermen.

Het gebied heeft 46 bergen boven de 4.000 feet. Wat imposanter klinkt dan het is; 4.000 feet is 1.200 meter. Maar het is wel ongekend wild. In de Adirondacks vind je meer dan 2.800 meren en moerassen. Tijdens je tochten kun je maar liefst 55 soorten zoogdieren, 218 soorten vogels en 86 soorten vis tegen komen.

Foto-Album

Auto rijden in de herfst in de Adirondacks. ©Corno van den Berg
De herfst in de Adirondacks: Rood, geel en groen... ©Corno van den Berg