blijf op de hoogte!

blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Rondreis langs de heerlijke natuur van Tsjechië

Tijd voor een Road Trip door het Boheems Paradijs, het Reuzengebergte en het Adelaarsgebergte...

Lees verder

Boheems Paradijs: De wonderlijke rotsen van Tsjechië

Een rondreis door Tsjechië. Het Boheems Paradijs; de naam alleen al maakt dit gebied de moeite waard. Net als het Reuzengebergte en het Adelaarsgebergte. Ook ga ik naar een onbekender gebied: Jeseníky.

Boheems Paradijs in de ochtend. ©Corno van den Berg / Drone

Het kasteel staat aan de rand van de steile rots. Het eerste daglicht valt over de horizon. Ik ben bewust vroeg opgestaan, al ben ik nog niet helemaal wakker. En dat allemaal om de zonsopgang te zien. Maar ja, die is rond vijven in de ochtend.

Dat is wel vroeg, maar het is toch wel het lekkerste moment van de dag. En ook het meest puur, want ik ben helemaal alleen. Op enkele vogels na, die overduidelijk laten horen dat hun dag ook is begonnen.
 
Het kasteel krijgt een rode gloed. Ja, als ik een paar eeuwen eerder had geleefd, en veel geld had, had ik die plek ook gekozen om mijn paradijsje te bouwen. Het is een van de vele parels van het Boheems Paradijs in Tsjechië. Wat een schoonheid.

Een beetje angstaanjagend is het eigenlijk ook wel. Een andere wereld opent zich.

Uitzicht op het kasteel van Hrubá Skála. ©Corno van den Berg

Het beroemde kasteel Hrubá Skála in de regio Liberec is tegenwoordig een hotel. En mijn plek voor de nacht. De kamers hebben een ongekend uitzicht op de torens, de rotsen erachter en de eindeloze horizon. Het is bijna zonde om te gaan slapen. Gelukkig wordt het vanzelf donker. Zelden slaap ik in een gebied met een toepasselijkere naam.

Online vond ik informatie over de wandelroute met dit uitkijkpunt. Als ik ter plekke navraag klinkt het: ,,Het pad begint bij een gat in de weg naar het kasteel.” Die woorden moeten even bezinken. Totdat ik over de weg loop en ineens rechts een pad naar beneden zie voeren. Tussen de rotsen door de donkerte in, inderdaad.

Het voelt als een pad naar een extra dimensie, zoals je vaak op tv ziet. Een beetje angstaanjagend is het eigenlijk ook wel. Een andere wereld opent zich. Van stenen, bomen en varens. Van een ree die me verschrikt aankijkt. De lucht is fris, een stuk frisser dan eerder. En ik heb geen idee waar het pad heen gaat.

Wandelen bij Hrubá Skála. ©Corno van den Berg

Wandelen tussen immense rotsen

Plotseling moet ik tussen metershoge stenen door. Het gat is 60 centimeter, 50, 40…. Lopen wordt bijna kruipen. In de halfduisternis. Het is opletten geblazen, want er zijn ook nog treden naar boven. In verschillende hoogtes. En iets verderop zijn er kleinere trappen naar beneden.

Totdat ineens een diepe vallei zich openbaart. Waar het zonlicht schaars is tussen de bomen en rotsen. De bladeren knisperen onder mijn voeten. Een beetje sinister is het wel. Slingerend volg ik het pad, als door de bomen plots het zonlicht op mijn gezicht valt. Vanaf de rotsrand kunnen mijn ogen kilometers ver kijken.
 
Dit is het moment om mijn nieuwe drone uit te proberen. Vooral om dit gebied eens op een andere manier te zien. Zoals de slechtvalk het doet die boven me vliegt. Met de drone zie ik pas de grootschaligheid. Hoe Moeder Natuur hier naar hartenlust aan het beeldhouwen is geweest. Om stil van te worden.

Hier werden mensen met harde hand gedwongen om te bekennen. Van wat dan ook.

De vage grenzen

Kasteel Kost. ©Corno van den Berg / Drone

De officiële naam van dit gebied is Český Ráj, dat vertaald Boheems Paradijs betekent. Het is een afgeleide van de Bohemen; een historische regio in Tsjechië. Ik vraag op diverse plaatsen naar een kaart, maar de grenzen van het paradijs zijn niet helemaal bekend. Het ligt grofweg zo’n 100 kilometer ten noorden van Praag, net onder de stad Turnov.

Kasteel Kost in Libošovice is het best bewaarde gotische kasteel van Tsjechië. De 14e eeuwse burcht ligt strategisch op een zandsteenrots tussen de bossen. ‘Kost’ betekent ‘bot’ in het Tsjechisch, dat slaat op de ongekend dikke muren van het kasteel. Waardoor het onneembaar was.

Een van de martelkamers in Kasteel Kost. ©Corno van den Berg

Enge martelwerktuigen

Ik krijg een rondleiding door de diverse kamers en torens. En ja, de muren zijn extreem dik. Zelfs in de donkere kerkers, wat een van de meest intrigerende plekken is waar ik ook ben geweest. De dramatische muziek bij binnenkomst werkt goed, net als de sobere verlichting op de diverse martelwerktuigen.

De functie van de meeste werktuigen kan ik wel inschatten. Zoals tangen, bijlen en meer. Maar bij de Spaanse schoenen en ander marteltuig helpt gids Jana Dytrychová. ,,Hier werden mensen met harde hand gedwongen om te bekennen. Van wat dan ook.”

Een van de doorgangen in Prachovské Skály. ©Corno van den Berg

Ze vervolgt: ,,Dat sommige vrouwen een heks waren, of dat iemand contact had met de duivel.” Maar een bekentenis was destijds vaak niet genoeg. Hier werd je ook terecht gesteld. ,,En je executie moest je zelf betalen, hoe cynisch is dat?” Ze zwijgt. Ja, meer woorden zijn niet nodig.

Ik heb frisse lucht nodig; dus maar een paar uur wandelen. De naam Prachovské Skály zegt me niets. Het is een wonderlijk gezicht. Zo loop je in het bos en dan ineens toornen rotspilaren boven de bomen uit. De rotspilaren staan her en der tussen de dennenbomen, als overgebleven poortwachters uit een ver verleden.

Prachovské Skály. ©Corno van den Berg

De pilaren zijn het resultaat van eeuwenlange erosie door wind en regen. Groepen pilaren worden liefkozend ‘rotssteden’ genoemd. Sterker nog, elke van de 300 pilaren heeft een eigen naam. Dit hangt af van de vorm, maar sommigen zijn ook vernoemd naar diegene die hem als eerste heeft beklommen.

Krkonoše Mountains National Park

De gebergten lopen hier simpelweg in elkaar over. Ik vervolg mijn ontdekkingstocht naar het noordoosten van Tsjechië. Langs de grens met Polen, om te wandelen, te proeven en te beleven. Het Reuzengebergte spreekt enorm tot de verbeelding.

Wandelen in de bergen. ©Corno van den Berg

Dit gebied is bij ons ook bekend als Krkonoše Mountains National Park, maar dat klinkt toch minder lekker. In de vroege ochtend ga ik naar Sněžka, de bergtop op 1.603 meter hoogte. Maar hoe hoger ik kom; hoe mistiger het wordt. Sterker nog, ik kan bijna geen hand voor ogen zien.
 
Dan maar even ontbijten. Het restaurant Luční bouda ligt op 1.410 m. Ik zie bij binnenkomst erg grote ketels. ,,Dit is het hoogst gelegen berghotel en brouwerij in Centraal-Europa. Het lokaal gebrouwen bier heet Paroháč,” aldus de eigenaar.
 
Maar ik hoor ook iets over een ‘bierspa.’ Het blijkt een soort hot tub te zijn. Die is gevuld met water van maar liefst 37 graden en bierbestanddelen zoals gist en diverse kruiden te zijn. Een ‘treatment’ duurt zo’n 30 minuten. ,,Goed voor je lichaam,” lees ik. En je krijgt er een ongepasteuriseerd biertje bij, oftewel vers en ongefilterd. Maar daar vind ik het nog wat vroeg voor.
 
Het weer klaart op en ik kan eindelijk het landschap zien. Gloeiende heuvels met bossen en alpenweiden vol koeien. Met erboven rotsvlaktes waar bijna niets groeit. Ja, grassen en mossen. En enkele minuscule naaldbomen die vechten om te overleven. Ik zie opvallend weinig huizen, dat mag ik wel.

Bouda Pod Sneezkou

Het pad vanuit Bouda Pod Snězkou is steil en voert langs een voormalige mijn en diverse turfmoerassen. Bijzonder dat deze op zo’n grote hoogte liggen. Ik spot een paar orchideeën, maar ook grote berenklauw. Deze vleesetende plant is op jacht naar insecten.

Zonsondergang alpenweide. ©Corno van den Berg

Het wonderlijke hospitaal Kuks

Water speelt op talloze plaatsen een vitale rol. Zoals in Kuks; een van de meest bijzondere barokke complexen in Europa. Hier werd eeuwenlang geloofd in de genezende werking van bronwater. Voor talloze kwaaltjes, maar ook ziektes.

Als ik kom aanlopen is het wel overweldigend. Achter de brug over de Elbe ligt een immens complex op een heuvel. Het is bijna net zo groot als het dorpje waar het in ligt. Ik dwaal door het complex dat in de jaren 1694-1724 werd gebouwd door graaf František Antonín Špork.

Kuks van buiten. ©Corno van den Berg

Het was ooit een beroemde spa, maar ook een ziekenhuis. Bijzonder zijn de vele muurschilderingen over de dood. Weinig opbeurend lijkt me… De diverse kuurhuizen zijn weg, maar de hospitaalkerk van de Heilige Drie-eenheid staat er nog.

De kerk is anders. De 24 beelden langs de wanden laten de ‘deugden’ alsook de ‘hoofdzonden’ zien. Het ziet er wat grimmig uit, maar ook imposant. Ik loop door de bloemrijke kasteeltuin. En langs de immense apotheek, waar nog talloze oude flesjes staan.

De kerk bij Kuks. ©Corno van den Berg

Zo zonde dat een overstroming in 1790 een einde maakte aan de glorieuze dagen van Kuks. Het kasteel van de familie brandde in 1896 af en werd later gesloopt. Eeuwig zonde…

Het Adelaarsgebergte

Orlické Hory, bij ons vooral bekend als het Adelaarsgebergte, is wandelen door valleien, machtige bossen en de rivier Orlice. Het is een berggebied van zo’n 20 km lang en 10 km breed op de grens met Polen. Waar ik niets van weet.

De Glazen Kerk in Neratov. ©Corno van den Berg

Het dorpje Neratov aan de Poolse grens is weinig bijzonder, maar de kerk hier is anders. De kerk heeft een glazen dak, waar het daglicht naar binnen valt. Als ik aankom zie ik niets bijzonders. De kerk staat op een heuvel dus van buiten zie ik weinig.

Hoe anders is het als ik eenmaal binnen ben. Deze barokke kerk werd gebouwd tussen 1723 en 1733, maar vernield aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Hij werd herbouwd en kreeg rond de eeuwwisseling een uniek dak van glas. In de vorm van een kruis. Het zonlicht valt naar binnen, wat een bijzonder effect heeft.

Zeker als er een wolk voor de zon schuift en het licht speelt met muren, de beelden en het altaar. Dichter bij de hemel kun je niet komen.


Vlak naast de kerk staat een kroeg. En zelfs een kleine bierbrouwerij. Zoals vaker hier. Bij bierbrouwer Prorok krijg ik een korte rondleiding.

Zoals op talloze plekken in Europa nemen kleine bierbrouwers de markt langzaam over. Het is heerlijk om diverse smaken te proeven.

In de avond loop ik de kroeg in. Net op het moment dat ik wil bestellen vertelt mijn gesprekspartner me dat bier in Tsjechië goedkoper was dan frisdrank.

,,Daarom is er sinds kort in Tsjechië een wet dat frisdrank goedkoper moet zijn dan bier in een kroeg.” 

,,Maar niet alles,” zegt hij er bij. Dat begrijp ik niet. Ik pak de drankkaart. En zie Kofola. ,,Dat is Tsjechische cola,” hoor ik. Een glas met 0,3 liter Kofola kost 18 kronen. Een halve liter (dus 0,5) kost 30 kronen. Oké, dat snap ik.

Ik kijk verder op de kaart. Een glas lokaal gebrouwen bier Prorok kost 20 kronen voor 0,3 liter, maar 27 voor een halve liter. Goedkoper dus dan een halve liter Kofola.

Goh. Dus kan ik beter een halve liter bestellen. Ik kan me niet voorstellen dat de makers van de wet dit hadden voorzien. Er staat nog iets op de kaart. Becherovka; een kruidenbitter van druiven en framboos. Met een echte framboos in het glas. Hmm, dat smaakt ook goed. We proosten en lachen.

Dwalen door Zemská brána

De volgende ochtend stop ik bij Zemská brána, een brug midden in een rotsachtig gebied. Ik zie een groepje jongeren skeeleren en wat anderen trekken de wandelschoenen aan. Dat is een goed plan. De lokale gids Jan Vrána kijkt me aan. Hij wijst langs de rivier, waar het pad het bos in slingert.

Wandelen door de donkere bossen. ©Corno van den Berg

Een oeroud bos is magisch. Het licht valt op sommige plekken door de bladeren, maar de schaduw overheerst. Een drieteenspecht vliegt voorbij en stopt bij een dode boom. Hij hangt aan de boom en leunt op zijn staart. Ook zie ik een hermelijn, die met een net gevangen prooi voorbij rent.

Vreemde bunkers

Ineens kom ik een bunker tegen, die half vergaan is. Waar zelfs een boom op groeit. Jan had bewust niets gezegd. ,,Dit is een bijzonder verhaal,” begint hij.
 
,,Je staat voor een van de vele bunkers hier. Die zijn gebouwd om de grens te beschermen tussen 1935 en 1938. Er staan er hier tientallen, maar ze zijn nooit gebruikt. Ik wandel verder langs de rivier en zie de vestingwerken af en toe opdoemen.”
 
Ze worden meer en meer overwoekerd en gaan meer en meer op in het landschap. De geschiedenis vervaagt. Langzaam, maar zeker. ,,Het zijn stille getuigen van de angst die er destijds heerste.”

Een van de bunkers. ©Corno van den Berg

Het onbekende Jeseníky-gebergte

Van het uitgestrekte Jeseníky-gebergte heb ik nog nooit gehoord. Het is een paradijs voor buitensporters merk ik al snel. Met als trekpleister de Devil’s Stones, die lokaal Čertovy kameny worden genoemd. Dit groepje rotsen ligt op een heuvel van 693 meter, met een heerlijk uitzicht over de heuvels.

Het naastgelegen stadje Jeseník is feitelijk een groot kuurcomplex. Hier wordt de beroemde hydrotherapie van de uitvinder Vincent Priessnitz toegepast. Naast warm water (35 graden) schreef hij zijn klanten geschikt voedsel, frisse lucht, lichaamsbeweging en rust voor. Ook als je gezond bent is dit alles heerlijk. En welverdiend na een fijne rondreisrecht door Tsjechië.

De kerk van St. Johannes van Nepomuk

St. Johannes van Nepomuk. ©Corno van den Berg / Drone

Op de terugweg van mijn road trip naar het vliegveld van Praag maak ik nog twee stops. Waaronder de bedevaartskerk St. Johannes van Nepomuk in het stadje Ždár nad Sázavou. Als ik aan kom lopen wordt duidelijk dat dit geen gewone kerk is.

Architect Johann Blasius Santini bouwde de kerk in de 18e eeuw in de vorm van een vijfpuntige ster. Hij heeft vijf poorten, vijf altaars en vijf kapellen. Waardoor ik moet zoeken naar de ingang. De gangen zijn wat vreemd; niets is hier recht. Ik hou er wel van.

Český Šternberk
. ©Corno van den Berg

Als ik verder rij, zie ik boven op een heuvel het kasteel Ceský Šternberk liggen. Dit Boheemse kasteel behoort tot de best bewaarde kastelen in Tsjechië. Het stamt uit de 13e eeuw en is alleen te voet te bereiken.

Vanaf het kasteel kijk ik uit over de rivier Sázava. Zwaluwen vliegen door de lucht en de zon schijnt. Voor de terugweg kies ik voor een langere route door de bossen. De reden? Ik wil eigenlijk niet naar huis…

Foto-Album van mijn rondreis door noord-Tsjechië

Zonsopgang bij Hrubá Skála. ©Corno van den Berg