Voor de 15e keer reis ik naar de VS. Saai? Allesbehalve. Het land is immens en er is zoveel te zien. Ik ga naar de Buffalo Roundup, een wonderlijk festival. En wil ook Yellowstone in de herfst zien. En Devil’s Tower. En… en…
Lees verder
Daar waar de eindeloze prairies eindigen en de machtige Rocky Mountains beginnen. Een heerlijk gebied in het hart van de Verenigde Staten. Met een ongekende diversiteit. Hier ga ik de tijd voor nemen....
Ook de Verenigde Staten bezoeken?
Ik ben bij de Buffalo Roundup in het Custer State Park in South Dakota.
Dit alles voor een dier dat bijna uitgestorven was; de Amerikaanse bizon. Er werd destijds massaal op gejaagd. Honderdduizenden dieren werden afgeslacht. In de 19e eeuw liepen er nog maar 541 dieren in de Verenigde Staten en Canada. Waarna een groot reddingsplan begon. Inmiddels is hun aantal in het wild zo’n 30.000 dieren.
Ik kijk rond. De sfeer is wat gespannen. Een oude man probeert zijn paard rustig te houden. ,,Hij is wat nerveus. En ik ook,” lacht hij. De 72-jarige man is de oudste deelnemer. Zijn paard is 28. ,,Ik zag dit spektakel een paar jaar geleden en wilde meteen meedoen.” Iets verderop staat een jonge meid, ook wat nerveus met haar paard.
Eerlijk is eerlijk, ik heb wat moeite om te begrijpen wat de Buffalo Roundup precies inhoudt. Elk jaar worden in dit immense natuurpark zo’n 1.250 wilde bizons gevangen al is mij in eerste instantie niet helemaal duidelijk waarom.
Met een aantal cowboys te paard ga ik op pad. In groepen rijden we naar de diverse kudde bizons toe. De dieren worden in een cordon een kant op gejaagd. Dit gaat zoals in films; met galopperende paarden, zwepen in de lucht en veel stof. Enkele terreinwagens helpen.
De cowboys letten vooral op de mannetjesdieren, de grootste van allemaal. ,,Deze kunnen nog weleens dwars zijn en plots omkeren!” Wat dus ook prompt gebeurt als de dieren door een aantal bomen worden gejaagd. Ze staan ineens stil en draaien om. Het mannetje met zijn ferme hoorns voorop…
De cowboys schreeuwen en proberen de dieren van gedachten te doen veranderen. Het is een drukte van jewelste en ik weet niet waar ik moet kijken. Het lukt de cowboys uiteindelijk om de dieren bij elkaar te krijgen. En in de richting die ze willen. Ik kijk naar het gezicht van enkele cowboys; de glimlach spreekt boekdelen.
Het einddoel is een immense kraal, waar het publiek op tribunes toekijkt. Plotseling keert de rust weer. De hekken gaan dicht, de honderden bizons komen tot rust. Het publiek klapt, de cowboys geven elkaar een high-five. Ik zucht, wat een belevenis.
Na afloop kleedt een cowgirl zich om. De stoffige kleren worden verruild. Voor andere cowboylaarzen, cowboyhoed en een ruitjesblouse. De chaps (de leren broek) voor een jeans. De leren ‘neck tie’ maakt het af.
Al met al een intrigerend schouwspel. Heerlijk om mee te maken.
Het is duidelijk; ze kleden zich hier niet voor de toeristen. Ze lopen er zo graag bij. ,,Het is mijn cultuur,” zegt een van de deelnemers. ,,Ik heb sinds mijn jeugd op een paard gezeten en ben trots op mijn afkomst. En ja, dit is cowboygebied,” lacht hij trots.
Maar nu komt feitelijk het belangrijkste deel. De jonge dieren worden gecheckt op ziektes, want bijvoorbeeld TBC is een probleem. Sommigen krijgen ook een vitamineshot. Omdat het aantal bizons nog steeds erg laag is, blijft dit noodzakelijk.
Ook kijkt een veearts bij sommige dieren hoe de ontlasting is. Sommige dieren krijgen ze een brandmerk of oormerk zodat ze kunnen worden gevolgd. Al met al een intrigerend schouwspel. Heerlijk om mee te maken.
Het is zes uur in de ochtend. Het eerste licht komt boven de horizon. Ik ben stekeblind, kan nauwelijks een rots van de weg onderscheiden. Toch stap ik uit. Het is 2 graden buiten. De wind is fris, hij fungeert als wake up call. Een ferme…
Met de seconde valt er meer licht over de wonderlijke rotspartijen. Ik zie meer en meer. Wat loopt daar. Het dier stopt en kijkt me aan. Het is een coyote, die op zoek is naar zijn ontbijtje. Hmm, dat lust ik ook wel. Verder zie ik niets of niemand.
Het was de beste tip die ik vooraf had gekregen. Badlands National Park is het mooist in de vroege ochtend of namiddag. Als het licht zacht is en de vreemde rotsen allerlei kleuren aannemen. Terwijl de schaduwen langzaam maar zeker verdwijnen.
Verdwijnen, het is het sleutelwoord hier. Om dit landschap te begrijpen moet ik even terug in de tijd. Erosie is er de oorzaak van de rotsen deze vorm hebben. Door regen spoelt het zand weg en het kan hier koud worden, dus ontstaat er ijs. De scheuren zijn overal zichtbaar.
Dit gebied is in 200 jaar van ‘slecht land’ veranderd naar één van de mooiste parken van de VS.
Want de Badlands is beroemd met name door de vreemde rotsformaties in een droge omgeving. Waar regens het land letterlijk wegspoelen. Met slechts her en der een boom. Aan de rand van dit vreemde natuurverschijnsel zie je wel graslanden, waar bizons op grazen.
Naast wandelen is auto rijden hier de manier. Het is alsof je rijdt in een promotie filmpje. De weg slingert door het landschap, met om elke hoek andere kleuren en rotspartijen. En een horizon die maar niet dichterbij komt. Heerlijk.
Ik denk aan de pioniers die hier in de 19e eeuw op zoek gingen naar vruchtbare grond. Voor hun vee en om gewassen te laten groeien. En ja, dan is dit wel ‘slechte grond’. Vandaar de naam.
Toch mooi hoe dat beeld in 200 jaar kan veranderen. Totaal. Van ‘slecht land’ naar één van de mooiste parken van de VS. Ik blijf hier nog maar even.
Het regent. Donkere wolken pakken zich boven deze merkwaardige rots. Het past bij een plek die ik alleen maar van tv ken. En dan ook van een van de beste films die ik ooit heb gezien. Althans toen ik jong was. Het was in 1977.
Een van de voordelen van regen is dat het veel minder druk is met toeristen. Sterker nog, ik ben bijna alleen. Er zijn diverse wandelpaden, waaronder eentje rondom de gehele rots. Zodat je hem van elke kant kunt zien.
De monoliet is 386 meter hoog. De top bevindt zich op 1.558 meter boven zeeniveau.
De Devils Tower is een grote monoliet, oftewel een steen uit één stuk. Hij lijkt zomaar uit de grond te komen bij dorpjes met heerlijke namen als Hulett en Sundance in Crook County. Dit zijn de Black Hills in het noordoosten van Wyoming, boven de Belle Fourche River.
De monoliet is 386 meter hoog. De top bevindt zich op 1.558 meter boven zeeniveau. En ja, je kunt hem beklimmen, al heb je een vergunning nodig. Als je hier rondloopt kijk je uit over het typische prairielandschap van de VS.
De felle herfstkleuren maken het beeld af. Het houdt op met regenen. Een witstaarthert komt voorbij. Ik ga even zitten. Ook twee wangzakeekhoorns laten zich zien. Al vind ik de Amerikaanse naam ‘chipmunks’ veel leuker. En toepasselijker bij deze grappige diertjes.
Ik probeer wat herinneringen aan de film van destijds op te halen. Veel is een beetje wazig, op de climax bij deze berg na. Oke, ik ga de film nog maar eens bekijken. Of zal de magie dan weg zijn? Hmm, eerst maar even verder met mijn reis door de VS.
Yellowstone National Park is ongekend groot. Als je van noord tot zuid wilt rijden ben je ruim twee uur onderweg. Met tientallen wonderlijke attracties en opvallend veel wilde dieren. Die je overal kunt tegen komen, waardoor lopen hier (en zelfs autorijden) een extra dimensie krijgt.
Maar dit is vooral een plek voor bezinning. Yellowstone is volgens geleerden de grootste vulkaan ter wereld. Als mens zie je alleen maar het topje van deze figuurlijke ijsberg.
Het is een ‘angstig mooi’ nationaal park, zo wordt het vaak omschreven. Met een reden…
En ja, de cijfers zijn indrukwekkend. De grootste magmakamer is maar liefst 10.000 km2. Het park zelf is 8.983 km2. Het hoogste punt van dit Amerikaanse nationale park is 2.440 meter. In de zomer kan het ruim 30 graden worden, in de winter ver onder nul.
Maar bewijs dat er hier meer gaande is dan het oog ziet is overduidelijk. Overal zie je stoom, geisers, borrelende modderpoelen en talloze andere natuurlijkverschijnselen. Het is een ‘angstig mooi’ nationaal park, zo wordt het vaak omschreven.
Ik ben er in de herfst. Dat is een bijzonder moment; alle dieren maken zich klaar voor de winter. En het is relatief rustig met toeristen. Terwijl het heeft gesneeuwd, althans op de hogere delen. Een machtig gezicht.
In de beroemde Lamar-vallei zie ik rijp op het gras. Enkele bizons lopen voorbij, net als wat herten. Hoe ik ook kijk, beren laten zich niet zien. Ze zijn zich aan het voorbereiden op hun winterslaap. Ook de beroemde Yellowstone-wolven zie ik niet, hoe vaak ik ook vroeg in de ochtend op pad ga.
Gaffelbokken zie ik wel, net als een vossen. Landschappen zijn altijd mooi, maar met dieren in datzelfde landschap is het toch net even wat extra bijzonder. En ook veel leuker (en uitdagender) om te fotograferen.
Ik kom tijd tekort, ondanks dat ik hier al vaker ben geweest. Het reisvirus heeft weer toegeslagen. Het is het enige virus dat ik omarm, met beide armen. Terwijl ik bij mijn volle verstand ben. Heerlijk.