blijf op de hoogte!

blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Namibië: Rondreis met een lokale gids

Op onderzoek hoe mens en dier hier samen leven.

Lees verder

UPDATE: Beroemde olifant Voortrekker is gedood door een premiejager

Voortrekker is dood. In 2020 zag ik deze beroemde woestijnolifant in Namibië en was zeer onder de indruk van dit majestueuze dier. Een premiejager schoot het 50-jarige mannetje een jaar later dood bij de Ugab-rivier. Het geeft nog maar eens de problematiek weer van het gebied waar mens en dier samen leven.

Toen ik afgelopen december in Namibië was hoorde ik veel over mens-dier conflicten. Over hoe woestijnolifanten en mensen hier het vochtige riviergebied delen, dat als enige waterbron fungeert in deze woestijn. 

En ik ontmoette Voortrekker, die zijn naam had gekregen nadat hij als een van de eerste olifanten deze streek op ging op zoek naar water. Een dier dat in deze droogte maar liefst 50 jaar had overleefd.

Een mannetjeswoestijnolifant. ©Corno van den Berg

Nu lees ik het nieuws. Voortrekker was een zogeheten ‘probleemolifant’, hij vernielde wel eens wat hekwerk. Maar zoals ik ter plekke leerde komt dat omdat mensen meer en meer het water van deze dieren proberen in te dammen, letterlijk. 

De overheid vond het nodig om een premiejager de kans te geven het dier te doden. De premiejager betaalde er zo’n 7.500 euro voor. Je kunt over deze zaak hier meer lezen.

De beroemde olifant Voortrekker. ©Corno van den Berg

In Namibië, alsook in andere landen, is met afgrijzen gereageerd. Let wel, er zijn nog maar enkele tientallen woestijnolifanten in Namibië. En er zijn allerlei partijen bezig om deze dieren te beschermen, maar ook om de mensen te helpen. Wat zeer zeker nodig is, nu vooral. Zoals je hieronder in mijn reisverslag kunt lezen. Wat zonde van zo’n machtig dier…

Terug naar Namibië

Bij Namibië denk ik aan onaardse landschappen, van nationale parken vol olifanten, leeuwen en meer dieren en vooral van veel ruimte. Maar onderweg ontdek ik diverse conflicten tussen mens en dier. Daar wil ik meer van weten. Ondertussen geniet ik van diverse safari’s. En ik ga kajakken met zeeleeuwen.

Hini Meinert lacht en geeft me een hand. Zijn blonde haren (en naam) verraden zijn Duitse afkomst. Zijn bruine tint laat een leven in Afrika zien. Hini is gids en kan Duits met me praten, maar ook Engels. En Afrikaans, wat van het Nederlands afstamt. Veel woorden zijn herkenbaar en al snel praten we Afrikaans. Althans, hij praat volop en ik doe mijn best.

Struisvogels en springbokken op de weg. ©Corno van den Berg

Namibië kun je eenvoudig zelf ‘doen’ met een huurauto. De wegen zijn goed en niet echt druk. Iets wat ik al eerder deed op een reis naar Sossusvlei, Deadvlei, het Namib Naukluft National Park, Etosha National Park en de Skeleton Coast

Lekker op zoek naar de diverse attracties. En vooral je eigen tijd invullen. Maar dit keer reis ik anders: Met een gids. Omdat ik meer diepgang wil, want ik hoorde iets over de mens-dier conflicten die hier voorkomen. Waarbij de dieren eigenlijk altijd de dupe zijn. Jammer genoeg.

Wandelende encyclopedie

Hini is een wandelende encyclopedie; met veel ervaring in het veld. Hij is eigenaar van een boerderij geweest en gids voor safari’s, waaronder ook jachtsafari’s. Waardoor tijdens de reis diverse interessante discussies ontstaan.

Over de plezierjacht, het onbegrip en de ophef erover, met name in Europa. Hini steekt zijn mening niet onder stoelen of banken. Hij is van mening dat de plezierjacht nodig is vanwege het geld van de rijke toeristen. Ik ben niet overtuigd. Het is me te schimmig. Dat begrijpt hij.

Sfeerbeeld van de rondreis door Namibie. ©Corno van den Berg

Hij rijdt de vierwielaangedreven auto van de kuststad Swakopmund naar het noorden. Ondertussen beantwoordt hij al mijn vragen; over de toekomst van het land, het verleden en alles er tussen in. Hij vraagt ook naar mijn mening over diverse zaken. Tussen de regels door voel ik de liefde voor zijn land en dit machtige continent.

Woestijnolifanten zoeken

Eén van de meeste bijzondere verhalen hier gaat over de woestijnolifanten. Deze dieren hebben zich aan moeten passen aan het extreme droge klimaat. Daarom zijn deze olifanten ook kleiner dan hun soortgenoten in Etosha National Park bijvoorbeeld.

Woestijnolifanten en koeien bij een waterput. ©Corno van den Berg
Ik zit aan de relatief onbekende Ugab-rivier. Al is rivier wat overdreven, het is meer een zandbank. Hier zie je alleen water aan de oppervlakte in het regenseizoen, maar onder de grond is altijd water te vinden. De olifanten kennen de waterbronnen. Ze lopen elke dag grote afstanden; van waterplek naar waterplek.


Tijdens het diner in de open lucht hoor ik over Elephant Human Relations Aid (EHRA). Dit is een particuliere organisatie die zich inzet voor deze dieren. Of ik mee wil zoeken naar de woestijnolifanten? Hoe laat moet ik waar zijn, vraag ik direct. Dan pak ik vast mijn spullen, zoals mijn camera. Dit klinkt goed.

Al snel zie ik een mannetjesolifant. Het dier banjert langs de bomen, neemt af en toe een hap van wat bladeren.

Hier leven mens en dier samen. ©Corno van den Berg

Op pad met een lokale gids

Het blijkt vroeg te zijn, zoals vaker bij een safari. Een lokale gids neemt me mee. We trekken door de droge rivierbedding. Al snel zie ik een mannetjesolifant. Het dier banjert langs de bomen, neemt af en toe een hap van wat bladeren. Hij trekt wat takken van de boom en loopt op zijn gemak door. Hij wordt Voortrekker genoemd, omdat hij als een van de eerste woestijnolifanten hier op zoek ging naar water.

Iets verderop zoekt een vrouw met haar kinderen naar fruit dat is gevallen van de boom. De gids gaat naar haar toe. Hij vertelt dat de olifant er binnen vijf minuten is en wijst in de verte. Ze schrikt, roept haar kinderen en gaat er snel van door. Het is typisch voor hoe mens en dier hier leven. Angst overheerst, net als onbegrip zoals ik al snel merk.

Een woestijnolifant met koeien. ©Corno van den Berg

Vrijwilliger voor de olifanten

 Bij EHRA kun je als Westerse toerist vrijwilliger worden voor meerdere weken. Je betaalt een vast bedrag en helpt dan mee de olifanten beter te beschermen. Ik zie een groepje een stenen muur om waterputten van mensen bouwen. Zodat de olifanten er niet bij kunnen. Dat is gek, als je vrijwilliger bent om de dieren te helpen toch?

Maar op andere plekken worden juist waterputten voor de dieren aangelegd. Dit alles om conflicten te voorkomen. Want vorig jaar werden 4 olifanten gedood; waaronder een dier dat een huis van een boer letterlijk omver duwde in zijn speurtocht naar eten en drinken. Het brengt het aantal wilde woestijnolifanten in dit deel van Namibië op nog maar 27.

Ozondjou Trails in Namibie. ©Corno van den Berg

Ik laat alles bezinken bij Ozondjou Trails; een luxueus tentenkamp in de woestijn. Even checken, nee het watersysteem is niet aangesloten op een waterbron van de olifanten. Er zijn meerdere bronnen wordt me verzekerd. Dan kan ik met een gerust hart douchen. Al doe ik het toch maar korter dan normaal. 

Onderweg zie ik diverse huisjes. Een boer begroet ons als we aan komen rijden. Zijn acht kinderen kijken me wat verlegen aan. Het houten huisje is erg eenvoudig. Ik zie een koelkast, maar geen elektriciteit. Er is ook geen stromend water. Een groep jonge geiten staat in een kraal; een soort omheining van palen. De oudere dieren lopen vrij rond. 

Op bezoek bij een boerengezin. ©Corno van den Berg

De roofdieren zijn het probleem

De woestijnolifanten komen twee keer per jaar langs op zoek naar water, vertelt de boer. Meestal zonder problemen. Hij heeft meer last van roofdieren als luipaard en jachtluipaard, die zijn geiten aanvallen. Voor hen is het een gemakkelijke prooi, voor de boer een groot verlies. 

Dus wil hij deze dieren afschieten, maar dat mag niet volgens de wet. Ik snap hem wel. En ik begrijp ook dat je niet zomaar kunt zeggen: je mag het wel doen. Omdat het aantal wilde dieren in een rap tempo terug loopt. Een dilemma.

Je kunt een dier adopteren bij Africat. ©Corno van den Berg

Op bezoek bij opvangcentrum Africat

Om meer over de problematiek te weten te komen ga ik naar Africat; een opvangcentrum voor met name roofdieren. Hier worden dieren opgevangen die de dupe zijn van de conflicten tussen mens en dier. Iets wat ik steeds vaker op reis tegen kom.

Maar gelukkig zijn er ook mensen die zich inzetten voor deze dieren. Met onderzoek naar het gedrag van dieren, alsook het opvangen van dieren en -indien mogelijk- uitzetten van dieren die in de problemen zijn gekomen.

Een jachtluipaard bij Africat. ©Corno van den Berg

In het museum lees ik van alles over ‘probleemdieren’, die in aanraking komen met boeren, dorpelingen en meer. Soms worden ze gedood en als ze geluk hebben verjaagd of gevangen. Een groot deel van mijn entreegeld wordt gebruikt om boeren te compenseren en voor educatie op scholen. Kan ik in ieder geval iets doen.

De beste tip voor eten in Namibië

Eten in Afrika; het is voor veel reizigers een vraag. Met name voor de lunch is het lastig dit zelf te regelen. Het ontbijt krijg je meestal bij je accommodatie, terwijl een uitgebreid diner bij de diverse restaurants eenvoudig is te regelen. Wat je ook voor de lunch kunt doen, maar dat is zonde van de tijd vind ik.

Lunchen bij een supermarkt. ©Corno van den Berg

De oplossing is simpel. Elke grotere stad in Namibië heeft een moderne supermarkt. Zoals de Superspar. Hier is van alles te koop. Ik heb keuze te over: Wil ik zelf brood kopen voor lunch, met wat kaas en een salade? Of ga ik naar de Coffee Corner die middenin de supermarkt zit? Want deze winkel is veel meer dan een plek voor goede Afrikaanse koffie.

Ze hebben zelfs een uitgebreid buffet met saladebar. Het ziet er zeer uitnodigend uit, net als de verse belegde broodjes en meer. Deze lunch is de lekkerste maaltijd van de gehele reis. Met name de Zuid-Afrikaanse Babotie is heerlijk, net als de verse salade. En ongekend goedkoop. Voor minder dan 6 euro eet ik bijna mijn vingers er bij op; middenin in een supermarkt. Heerlijk.

Vier zebra's op een rij. ©Corno van den Berg

Op safari in Etosha Nationaal Park

Etosha; een wereldberoemd nationaal park. Het behoort tot de vijf beste safariparken op aarde. Waar zo’n beetje alle safaridieren voorkomen. Inclusief de Big Five, althans bijna. Afrikaanse olifant, neushoorn, leeuw en luipaard. Maar de Afrikaanse buffel niet, nadat de runderpest hier in 1896 uitbrak.

Maar zelfs de Top 4 zal lastig worden; want het is off-season. ,,We hebben 20 procent kans,” zegt Hini eerlijk. ,,De dieren trekken in december weg naar andere gebieden, waar je met de auto niet kunt komen. We hebben geluk nodig.” Dan moet ik in het hoogseizoen nog maar eens terug komen.


Ik geef mijn ogen de kost. Want, hoe kleiner de kans hoe leuker het is om echt wat bijzonders te zien. Beweegt daar wat? Het zijn springbokken, die je hier overal ziet. Iets verderop loopt een kudde gnoes voorbij. En zebra’s. En giraffes.


De zon zakt; het zonlicht wordt zachtgeel. Ineens zie ik donkere gedaantes in de verte. Het zijn vier leeuwen. Hun vacht zit onder het bloed. De buiken zijn vol. Ze hebben net gegeten en willen het liefste slapen. Maar het is warm: 38 graden en de roofdieren hebben dorst. Ze drinken wat van de waterput, waarna ze languit in de schaduw gaan uitbuiken.

Een leeuwin kijkt me aan. ©Corno van den Berg

Privénatuurparken in Namibië

Vier witte neushoorns in Epacha. ©Corno van den Berg

Naast wereldberoemde nationale parken kent Namibië ook talloze privénatuurparken. Waar je ook op safari kunt. Ook deze zijn vaak immens groot. Zoals het Epacha Private Game Reserve, dat ten zuiden van Etosha ligt.

Op de grens van een waterbron en wat struiken staan vijf witte neushoorns onrustig bij elkaar. De reden is een mannetjesolifant, die veel groter is en ze lijkt uit te dagen. ,,Hij is verstoten door de groep en dus gefrustreerd. Een hele gevaarlijke olifant.”

Een neushoorn. ©Corno van den Berg

Dat zien de neushoorns ook, al gaan ze wel op een rijtje staan als hij iets te dichtbij komt. Alsof ik in een natuurdocumentaire zit. Sowieso is het zien van neushoorns in deze tijden extra bijzonder door de aanhoudende stroperij van de dieren voor hun hoorn.

Die volgens traditionele Chinese genezers helpt tegen kanker. Al is dit nooit bewezen, maar de dieren staan nu wel op de dodenlijst. En worden steeds vaker bewaakt door zwaar bewapende parkwachters. Die ik niet zie, maar er ook nu wel degelijk zijn volgens de safarigids. Zonde, dat het nodig is

Een gemsbok in het laatste daglicht. ©Corno van den Berg

Tijdens mijn safari zie ik verder talloze dieren. Maar het meest imponerend is de zonsondergang. Die gaat met een traditionele ‘sun-downer’, oftewel een proost op het einde van de dag. Een gemsbok loopt in het feloranje licht. Alsof hij ook geniet van dit bijzondere moment van de dag.

Little Five in de Namib-woestijn

Ik sta voor de Namib-woestijn; dit is de oudste woestijn ter wereld. Op het eerste gezicht lijkt het een lege zandvlakte. Maar Tommy Collard brengt de woestijn tot leven

Hij stopt plots zijn speciale truck, rent met blote voeten over het zand en begint te graven. Al snel laat hij een bijna doorzichtige, opvallend kleurrijk beestje zien. Het is de wonderlijke woestijngekko, die zich normaal ingraaft als het te warm wordt.

Tommy laat een woestijngekko zien. ©Corno van den Berg

,,Dit is één van de ‘Little Five’ die hier leeft,” lacht Tommy. Het is een variant op de Big Five van de safari. Het is duidelijk; Tommy’s Living Desert Tour is begonnen. In een 4×4 rijden we over metershoge duinen en door diepe dalen. Lekker spelen in een immense zandbak. 

Tommy is gids, chauffeur en vooral sporenzoeker. Of eigenlijk meer, sporenkenner. Overal ziet hij pootafdrukken en kan hij vertellen welk dier het is geweest. En of het spoor ‘vers’ is. Sterker nog, of hij op jacht was naar een muis en of hij succesvol was. Ik zie alleen maar kleine afdrukken en soms zelfs bijna niets. Maar ik geloof hem wel.

Tommy met een hoornratelslang. ©Corno van den Berg

Hij rent geregeld letterlijk door de woestijn. Om bijvoorbeeld terug te komen met een ‘sidewinder’ in zijn hoed, die wij kennen als een hoornratelslang. De enige slang ter wereld die zich zijdelings voortbeweegt. Dit om de extreme warmte van het zand te kunnen weerstaan.

Genieten van gekke dieren

Tommy haalt een technisch speeltje uit zijn zak. Hij meet de warmte van het zand: 58,3 graden. In de schaduw meet hij 26,8. Wat een verschil. Dus ja, ik begrijp de dieren wel. En ze hebben er allemaal een foefje op. Zoals de zandhagedissen, die om de beurt twee poten op te tillen om ze te laten af koelen. Een wonderlijk gezicht.

Een kameleon past zijn kleur aan.... ©Corno van den Berg

Bij een groepje stenen stopt Tommy. Hij zoekt. Ik zie waar hij naar op jacht is; de Namaqua-kameleon. Het dier heeft de kleur aangenomen van een donkere steen. Als hij even later over het zand loopt is hij bijna wit. Ik begrijp ineens dat je er zonder Tommy zomaar langs zou lopen zonder het dier te zien.

Een paar vogels laten zich zien. ,,Woestijnspekvreters,” zegt Tommy. Ik moet lachen, zo zullen deze vogels toch niet heten? Wel dus. Ze blijken familie te zijn van vliegenvangers, die we ook in Nederland hebben. Tommy geeft ze een meelworm vanuit de hand. Ook ik doe het, waarna de vogels luidruchtig weg vliegen.

Foto's maken van woestijnspekvreters. ©Corno van den Berg

Quad rijden door het zand

Het is wat vreemd om even later in diezelfde woestijn vol dieren een van de meest populaire excursies te doen van heel Namibië; met een quad rijden door de woestijn. Al kan het geen kwaad aldus de chauffeur die zijn helm en bril op doet. We rijden in een ander deel van de woestijn dat wel, maar toch.

Ik jaag de duinen op, en weer af. Vol gas, steeds ietsje harder. Steeds ietsje schuiner op de helling; heerlijk. Het zand zit al snel overal. Op een hoge duin stoppen we. En neem ik de grootsheid van deze woestijn op. Een moment van rust; het mooiste moment van deze gekke dag.

Pelican's Point: Een unieke accommodatie. ©Corno van den Berg

De unieke Pelican Point Lodge

Een voormalige vuurtoren die is omgedoopt tot een 5-sterren lodge. Dit is Pelican Point, een landtong langs de kust met duizenden Kaapse pelsrobben. Waar geregeld pelikanen over vliegen. De accommodatie heet dan ook toepasselijk Pelican Point Lodge, al had het ook Seals Point kunnen zijn. Deze plek is alleen te bereiken via een zandweg van maar liefst 16 kilometer.

Honderden pelsrobben liggen languit op het strand te zonnen, terwijl de jongere dieren ravotten in het zand. Een aantal volwassen dieren spelen in de metershoge golven, terwijl de mannetjes met luid gebrul hun rivalen proberen weg te bluffen. De zon gaat onder, het rode licht valt over de dieren en het strand. Dit alles op honderd meter van de lodge. Met in de verste verte geen huis of mens.

Twee pelsrobben spelen in het laatste daglicht. ©Corno van den Berg

De lodge heeft een heerlijk uitzicht over de zandvlakte en ’s nachts dommel ik weg bij de woeste golven die op het strand slaan. De gordijnen blijven open, ik wil wakker worden bij het eerste daglicht. Als ik mijn ogen open kijken twee zadeljakhalzen me aan. Ze zijn op zoek naar ontbijt. Dat moet ik ook maar eens gaan doen.

In de achterliggende baai staan honderden flamingo’s. Eerder had ik al een excursie gemaakt: Zoeken vanuit Walvis Bay naar zeeleeuwen en flamingo’s. Maar ik wil iets anders; kajakken bij de pelsrobben; of eigenlijk met de pelsrobben. De dieren zijn erg nieuwsgierig en komen keer op keer naar de kajak. Sommigen bijten zelfs in de peddel. En ik voel hun snorharen als ik een videocamera onder water hou. 

Kajakken tussen de pelsrobben. ©Corno van den Berg

De guitige dieren springen volop om me heen. Met gratie en vooral veel waterspetters. Ik hou het droog, totdat ik op de weg terug ben. Een groot mannetje komt uit het water en springt voor me weer het water in. Het zeewater zit overal, zelfs op het puntje van mijn neus. Ik moet lachen, wat een heerlijke belevenis. Het is de zoveelste ‘in your face’-belevenis in Namibië. Letterlijk.

Foto-Album rondreis Namibië

Mijn bad in Swakopmund. ©Corno van den Berg