blijf op de hoogte!

blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Zwitsers Nationaal Park

Eerste beschermde gebied in de Alpen

Het Zwitsers Nationaal Park werd in 1914 opgericht. Het is relatief onbekend, wat bijdraagt aan de charme. Je vindt hier alles wat de Alpen zo uniek maakt. En, de bergdorpen zijn anders dan die in de omgeving en omliggende landen. Kijk zelf maar. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van het Zwitsers Nationaal Park. In dit artikel deel ik ook de diverse excursies die ik heb gedaan.

Het Schweizerischer Nationalpark is precies datgene waar Zwitserland bekend om staat. Denk daarbij aan bergen, gletsjers, rivieren, wilde dieren en eindeloze uitzichten. Een ongekend landschap dat je zelf moet ervaren. Het liefst doe je dit te voet.

Wandelen naar de Macun Seen

Een bergmeer in het Zwitsers Nationaal Park. ©Corno van den Berg

De gehele wandeling loopt van het dorpje Zernez naar Lavin. Dwars door de bergen, via de Macun Seen, een tiental meren op een hoog bergplateau. Het is geen lichte wandeling, maar volgens kenners wel één van de mooiste in het park. Ga lekker vroeg op pad, zodat je onderweg ook nog kunt genieten van het landschap en haar bewoners. Let op: tot eind juni kun je hier sneeuw tegen komen.

Auto rijden over de Ofenpass

Het 170 vierkante kilometer grote Zwitsers Nationaal Park beleven kan op talloze manieren. De makkelijkste is de weg over de Ofenpass (ook wel Pass dal Fuorn genoemd), die dwars door het park loopt. Deze weg loopt van de Engadin naar Val Müstair, een behoorlijk deel van het westelijke deel van de pasweg loopt dwars door het Zwitsers Nationaal Park.

Tijdens deze rit kun je goed zien hoe het bergdal verandert in bossen totdat je uiteindelijk de boomgrens bereikt. Langs de route zijn diverse stops, vanwaar je diverse (kortere) wandelingen kunt maken. 

Dorpen Scuol en Engadin

Het plaatsje Scuol. ©Corno van den Berg

Scuol en Engadin zijn dorpen die aan de rand van het Zwitsers Nationaal Park liggen. Het zijn slaperige dorpen, waar je heerlijk kunt ronddolen na een wandeling in het park bijvoorbeeld. Let onderweg op de diverse schilderingen op de huizen in het dorp. Ze stellen meestal lokale taferelen voor, maar bijvoorbeeld ook zonnewijzers.

Proef het bronwater

In de dorpen rond het nationaal park kom je overal bronnen tegen, met name in Scuol is dit bijzonder. Op veel pleintjes in dit dorp zie je kraantjes met vers en vooral koel bronwater. Ze hebben vaak verschillende samenstellingen, waarbij de hoge gehaltes aan magnesium, calcium, ijzer en vele andere waardevolle mineralen verschillen. Hierdoor heeft het water van de Sfondraz-, de Sotsass- en de Vibron elk een eigen smaak. 

Deze kraantjes laten je proeven hoe het bronwater uit de bergen komt. Proef ook het water met extreem veel ijzer, al zal je maag het niet erg waarderen. Het is zelfs zo dat als je er teveel van neemt dit slecht voor je is. Maar er zijn er ook bij die heerlijk smaken; dit water zou je zo thuis willen hebben.

Overnachten in de omgeving

Ik ben hier een week geweest, waarbij ik veelal verbleef in de diverse dorpen. Al sliep ik ook op vakantieboerderijen, dichtbij de natuur. Je hier diverse kleine hotels, appartementen en vakantiewoningen. Deze kun je eenvoudig online boeken. Zorg wel dat je op tijd bent, want deze regio is erg populair. Dan voorkom je dat er geen plek meer is.    

Bezoekerscentrum in Zernez

Wie het park in wil, kan het best beginnen in het bezoekerscentrum in Zernez. Het is niet alleen bij slecht weer een goede keuze. In diverse tentoonstellingen en diorama’s leer je veel over de bewoners; mens en dier. En je kunt er informatie krijgen over de wandelingen, de weersverwachting (wat geen kwaad kan) en verbindingen met trein, bus en ander vervoer. Zodat je de tijd die je hebt optimaal kunt gebruiken.

Wandelen in het Zwitsers Nationaal Park. ©Corno van den Berg

Welness

Het bronwater is goed om te drinken, maar door de vele mineralen ook goed voor je lichaam. En na een dagje wandelen in de bergen is wellness een verademing. Je kunt in diverse dorpen terecht, maar de bekendste is wel Engadin Bad Scuol in Scuol. 

Het heeft toegang tot vier van de meer dan twintig gezondheidsbronnen die hier honderden jaren geleden door de natuurgenezer Paracelsus werden ontdekt. Het ligt midden in het dorp, desondanks heb je toch een goed uitzicht op de omliggende bergen. Ga maar liggen en voel het water in de diverse baden. Je lichaam zal het waarderen. 

Een van de kastelen. ©Corno van den Berg

Dieren als Alpenmarmot, gems en steenbok

Tijdens de wandelingen heb je in het Zwitsers Nationaal Park elk moment kans om dieren tegen te komen. Zowel de gems als het edelhert zijn hier goed vertegenwoordigd. Voor steenbokken moet je wat meer geluk hebben. De beste plek is het zuidelijke deel van het park. 

Vanuit het dorpje S-chanf kun je in vier uur (enkele reis) wandelen via Thupchun naar Val Thupchun. Je hoeft niet al te veel te klimmen om deze alpenweide te bereiken. 

Een vale gier. ©Corno van den Berg

Alpenmarmotten zie je zeker langs de Ofenpass, waar je met de auto kunt komen en op diverse plaatsen kunt parkeren. Maak hier een korte wandeling. Zeker bij lekker weer komen deze guitige diertjes zich opwarmen in het zonnetje. Je hoort ze sowieso, als ze alarm slaan vanwege die gekke toerist.

Ontdek Reto-Romaans als taal

Leg je oor maar eens te luister hier. En je zult een taal horen die onnavolgbaar is. In deze regio wordt nog Reto-Romaans (of Alpenromaans) gesproken, een taal die alleen in deze regio als officiële taal te boek staat. In het kanton Graubünden, waar het grootste deel van het nationale park in ligt, heeft het de status van officiële taal. Naast het Duits en Italiaans. Daarmee is dit het enige drietalige kanton in Zwitserland. Het past bij dit deel van de Alpen, dat net even anders is dan de rest van de Alpen.

Mijn Tips

Lees hier alle Bucket List Tips voor Zwitserland

Lees mijn Tips

alle 21 artikelen over Zwitserland

Bekijk alle artikelen